De Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) is één van de Nederlandse maatschappijen voor regionale economische ontwikkeling. De Provincie Noord-Brabant en het Ministerie van Economische Zaken zijn aandeelhouder en opdrachtgever van de BOM. Zij verstrekken subsidie, aandelenkapitaal en leningen. De provincie en het ministerie sturen de BOM aan door middel van een (vierjarig) meerjarenplan, de fondsplannen en jaarlijkse activiteitenplannen. Ze monitoren tussentijds de voortgang via respectievelijk een midterm-review, kwartaalgesprekken en een halfjaarrapportage. De BOM legt jaarlijks verantwoording af in een jaarrekening, een jaarverslag en een activiteitenverslag. Tevens vindt er halfjaarlijks bestuurlijke afstemming plaats tussen de provincie en de BOM.
Dit meerjarenplan beschrijft de strategie, de activiteiten, de werkwijze, de doelen, de prestatie- indicatoren (KPI's) en de begroting van de BOM voor de periode 2017-2020. Dit is nadrukkelijk een raamwerk – de uitvoering zal dynamisch en flexibel zijn, en ieder jaar worden geactualiseerd en gedetailleerd in een jaarplan, in afstemming met de aandeelhouders. Het meerjarenplan is ontwikkeld vanuit de, in de “Houtkoolschets van de opdracht voor het meerjarenprogramma 2017-2020” beschreven, geactualiseerde koers en opdracht die de BOM heeft gekregen van de provincie en het ministerie, bestaande uit vier samenhangende hoofdopdrachten:
Bijdragen aan de versterking van het Brabantse innovatie ecosysteem
Bijdragen aan het ontwikkelen van en investeren in MKB-bedrijven in de Brabantse topclusters
Inspelen op internationale kansen voor de versterking van het Brabantse ecosysteem en de groei van bedrijven
Flexibel inspelen op actuele kansen en bedreigingen
De BOM ziet bovendien het creëren van maatschappelijke impact als een belangrijke opdracht.
De geactualiseerde opdracht is in lijn met de inzet van de Provincie Noord-Brabant in deze bestuursperiode op het stimuleren van extra economische groei en banen (“Brabant Werkt”) en het versterken van het Brabantse ecosysteem (“Brabant Innoveert”). Het bestuursakkoord ‘Beweging in Brabant’ 1 voorziet een sterke rol – nog sterker dan nu al – voor de BOM op het gebied van internationalisering en om, over grenzen heen, nieuwe verbindingen en verbanden te smeden tussen de Brabantse topsectoren en -regio’s, en tussen Brainport, Midpoint, Agrifood Capital en de Delta regio (incl. West-Brabant).
Voor het Rijk blijft het topsectorenbeleid een belangrijk kader. Het beleid is er in toenemende mate op gericht de regionaal-economische structuur te verbinden met het topsectorenbeleid, zodat het (innovatieve) MKB beter wordt ondersteund en kansrijke bedrijven en hun technologische en sociale innovaties beter kunnen doorgroeien naar een nationaal of internationaal niveau.[1]
Wat betreft de optimalisering van de dienstverlening aan bedrijven is de MKB Samenwerkingsagenda van het ministerie en de provincie één van de richtsnoeren. De Samenwerkingsagenda beoogt het samenspel tussen dienstverleners te optimaliseren (“doorlopende ondersteuning van bedrijven over organisatiegrenzen heen”) en de inzet en de benutting van landelijke en regionale bedrijfsgerichte instrumenten en regelingen te verbeteren.