De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in euro’s.
In verband met het voldoen aan wettelijke bepalingen is de resultatenrekening weergegeven volgens de categorale indeling. Teneinde toch het vereiste inzicht te geven in de resultaatontwikkeling per activiteit is hieronder de resultatenrekening per activiteit weergegeven.
2020 | 2019 | ||||
€ | € | € | € | ||
Financieringsactiviteiten | |||||
Resultaten bij vervreemding aandelenparticipaties | -2.497.770 | 534.041 | |||
Voorzieningen op participaties, leningen u/g en vorderingen | -3.150.766 | -1.036.255 | |||
-5.648.536 | -502.214 | ||||
Dividendopbrengsten | 607.500 | 818.680 | |||
Rente- en provisiebaten participaties en leningen u/g | 2.508.340 | 1.273.878 | |||
3.115.840 | 2.092.558 | ||||
Opbrengsten uit hoofde van participaties en leningen u/g | -2.532.696 | 1.590.344 | |||
Managementvergoedingen en overige inkomsten | 172.078 | 242.528 | |||
Som der bedrijfsopbrengsten | -2.360.618 | 1.832.872 | |||
Apparaatskosten | |||||
Personeelskosten | -3.011.048 | -2.906.519 | |||
Afschrijving op materiële vaste activa | -28.456 | -27.956 | |||
Rentelasten en soortgelijke kosten | -93.111 | -58.199 | |||
Overige bedrijfskosten | -2.416.385 | -2.438.103 | |||
Saldo bedrijfslasten | -5.549.000 | -5.430.778 | |||
Dekking fondskosten | 4.842.877 | 4.377.659 | |||
Dekking participatieresultaten | -1.405.942 | -615.331 | |||
Mutaties effecten | 249.175 | -200.560 | |||
A | Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening | -4.223.507 | -36.138 | ||
A | Bijzondere baten en lasten | - | - | ||
A | Vennootschapsbelasting | 311.140 | - | ||
A | Resultaat deelneming / participaties | -50.023 | 48.312 | ||
A | Aandeel in het resultaat van derden | 1.382.348 | 12.024 | ||
A | Resultaat financieringsactiviteiten | -2.580.042 | 24.197 |
2020 | 2019 | ||||
€ | € | € | € | ||
Ontwikkelingsactiviteiten | |||||
Managementvergoedingen en overige inkomsten | 321.611 | 160.998 | |||
Som der bedrijfsopbrengsten | 321.611 | 160.998 | |||
Apparaatskosten | |||||
Personeelskosten | -3.846.610 | -3.935.147 | |||
Afschrijving op materiële vaste activa | - | - | |||
Rentelasten en soortgelijke kosten | -5.103 | -3.370 | |||
Overige bedrijfskosten | -3.695.098 | -4.069.803 | |||
-7.546.811 | -8.008.320 | ||||
Doorberekening aan Staat der Nederlanden | |||||
en Provincie Noord-Brabant | 7.225.200 | 7.847.322 | |||
Saldo bedrijfslasten | -321.611 | -160.998 | |||
B | Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | ||
B | Bijzondere baten en lasten | - | - | ||
B | Vennootschapsbelasting | - | - | ||
B | Resultaat deelneming / participaties | - | - | ||
B | Aandeel in het resultaat van derden | - | - | ||
B | Resultaat ontwikkelingsactiviteiten | 0 | 0 |
2020 | 2019 | ||||
€ | € | € | € | ||
Overige activiteiten | |||||
Managementvergoedingen en overige inkomsten | 53.175 | 56.172 | |||
Opbrengsten uit verhuur onroerend goed | 313.704 | - | |||
Som der bedrijfsopbrengsten | 366.879 | 56.172 | |||
Apparaatskosten | |||||
Personeelskosten | -1.882.301 | -2.270.976 | |||
Afschrijving op materiële vaste activa | -235.239 | -349.926 | |||
Rentelasten en soortgelijke kosten | -31.561 | -30.838 | |||
Overige bedrijfskosten | 1.928.978 | 2.595.568 | |||
-220.123 | -56.172 | ||||
Doorberekening aan provincie Noord-Brabant | - | - | |||
Saldo bedrijfslasten | -220.123 | -56.172 | |||
C | Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening | 146.756 | - | ||
C | Bijzondere baten en lasten | - | - | ||
C | Vennootschapsbelasting | - | - | ||
C | Resultaat deelneming / participaties | - | - | ||
C | Aandeel in het resultaat van derden | - | - | ||
C | Resultaat overige activiteiten | 146.756 | - | ||
Totaal resultaat A+B+C | -2.433.286 | 24.197 |
Recapitulatie geconsolideerde resultatenrekening over 2020:
A | B | C | ||
Financierings | Ontwikkelings | Overige | ||
activiteiten | activiteiten | activiteiten | Totaal | |
€ | € | € | € | |
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening | -4.223.507 | - | 146.756 | -4.076.751 |
Bijzondere baten en lasten | - | - | - | - |
Vennootschapsbelasting | 311.140 | - | - | 311.140 |
Resultaat deelneming | -50.023 | - | - | -50.023 |
Aandeel in het resultaat van derden | 1.382.348 | - | - | 1.382.348 |
-2.580.042 | - | 146.756 | -2.433.286 |
Activiteiten
De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. (BOM) verleent diensten aan andere vennootschappen binnen de groep onder meer door het uitlenen van werknemers alsmede het deelnemen in, het op andere wijze een belang nemen in, het voeren van beheer over andere ondernemingen, van welke aard ook en het financieren van derden. Ten slotte al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
De kernactiviteiten van de BOM richten zich op vier klantsegmenten:
BOM Ecosystems Development: Innovatie leidt tot nieuwe producten of de ontwikkeling van producten die duurzamer, concurrerender zijn of bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Door samenwerking met elkaar, met kennisinstellingen en overheden kan het MKB sneller nieuwe innovaties naar de markt brengen. Wij brengen deze partijen samen.
BOM Brabant Ventures: Als incubator en groeiversneller met meer dan 35 jaar ervaring helpt BOM Babant ventures ambitieuze Brabantse ondernemingen om toekomstbestendig te groeien. Met kennis en risicokapitaal richten we ons op start- en scale ups in de Brabantse topsectoren.
BOM Renewable Energy stimuleert energiebesparing en de productie van duurzame energie. Samen met ondernemers, vastgoedeigenaren en burgerinitiatieven realiseren we duurzame energieprojecten. We bevorderen energiebesparing in vastgoed en industrie en dragen met raad en daad bij aan rendabele oplossingen om Brabant energieneutraal te maken.
BOM Foreign Investments brengt de kracht van Brabant onder de aandacht en helpt nieuwkomers en gevestigde buitenlandse bedrijven om de kansen van Brabant als vestigingsplaats optimaal te benutten. Met een centrale ligging in een van de grootste markten ter wereld, een toeleveringsindustrie en een kenniseconomie van wereldklasse, is Brabant een aantrekkelijke locatie voor veel buitenlandse bedrijven.
BOM International Trade biedt ondernemers die Nederland ontgroeien hands on hulp bij het realiseren van grensverleggende plannen. We leggen waardevolle contacten en leveren doelgerichte informatie ver markten en financieringen.
Daarnaast wordt nog een investeringsfonds op het gebied van revitaliseringsprojecten van bestaande bedrijfslocaties uitbeheerd.
Vestigingsadres
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. is gevestigd aan de GoirleseWeg 15, 5026 PB te Tilburg.
Groepsverhoudingen
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. te Tilburg staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Hiervan is onderstaand een overzicht opgenomen:
Statutaire | Aandeel in | |
Geconsolideerde vennootschappen: | ||
BOM Bedrijfslocaties B.V. | Tilburg | 100% |
BOM Vastgoed B.V. | Tilburg | 100% |
BOM Business Development & Foreign Investments B.V. | Tilburg | 50,1% |
BOM Capital I B.V. | Tilburg | 50,1% |
BOM Capital II B.V. | Tilburg | 100% |
Innovatiefonds Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
Energiefonds Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
Life Sciences & Health Fund B.V. | Tilburg | 100% |
Biobased Brabant Fonds B.V. | Tilburg | 100% |
Spin-off Fonds Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
BOM COL Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
Statutaire | Aandeel in | |
Niet-geconsolideerde vennootschappen: | ||
Bright Move B.V. | Eindhoven | 33,3% |
Regionaal Ontwikkelfonds B.V. | Eindhoven | 50% |
Vastgoed Truck Parking Hazeldonk B.V. | Breda | 50% |
De deelneming in Bright Move B.V. is niet in de consolidatie betrokken. In verband met het ontbreken van overwegende zeggenschap en het niet kunnen uitoefenen van invloed van betekenis is de deelneming gewaardeerd op verkrijgingsprijs. Bright Move B.V. is ontstaan vanuit een samenwerking tussen Brainport Development, Fontys, TU/Eindhoven en de BOM.
De deelneming in Regionaal Ontwikkelfonds Werklocaties B.V. (ROW) is niet in de consolidatie betrokken in verband met het ontbreken van overwegende zeggenschap. ROW is een samenwerkingsverband met 9 andere gemeenten. Het belang is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.
De deelneming in Vastgoed Truck Parking Hazeldonk B.V. is niet in de consolidatie betrokken in verband met het ontbreken van overwegende zeggenschap. Vastgoed Truck Parking Hazeldonk is een samenwerkingsverband met de Gemeente Breda. Het belang is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.
Grondslagen voor consolidatie
In de consolidatie worden de financiële gegevens opgenomen van Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. samen met haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, tenzij de vennootschap gebruik maakt van de consolidatievrijstelling zoals bedoeld in artikel 407 lid 2a, danwel artikel 407 lid 1c, Titel 9 boek 2 BW. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. direct of indirect overheersende zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen.
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de Groep zijn gerealiseerd. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen van de groep.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
BOM waardeert haar investeringsportefeuille twee keer per jaar op basis van de ontwikkelingen bij de ondernemingen in portefeuille. De BOM gebruikt hiervoor een fair value model, hetgeen gebruikelijk is in de investeringsmarkt. Het fair value model hanteert als uitkomst de marktprijs (bij een recente investering, multiples of notatie aan beurs) of een waarde die wordt berekend door weging van het aanwezige potentieel in relatie tot de aanwezige risico’s (Netto Contante Waarde).
Vergelijkende cijfers
De cijfers 2019 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2020 mogelijk te maken. Indien van toepassing wordt dit in de nadere toelichting op de betreffende post expliciet vermeld.
Vreemde valuta
Activa en passiva in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. De hieruit resulterende koersverschillen worden in de resultatenrekening verantwoord.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel de primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als de financiële derivaten verstaan. Voor de grondslagen van de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de toelichting per balanspost.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Vaste activa
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden in het jaar van aanschaf geactiveerd. Terreinen, gebouwen en overige bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen voor zover van toepassing. Afschrijvingen geschieden lineair op basis van geschatte levensduur. Deze varieert van 2 tot 40 jaar. Op terreinen wordt niet afgeschreven.
Financiële vaste activa
Participaties
Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de BOM participaties in ondernemingen. De aandelenparticipaties worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. De vervolgwaardering betreft de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde zoals is toegestaan volgens RJ260.537a. Het dividend wordt als resultaat aangemerkt en verwerkt onder opbrengsten van effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren. De waardering tegen verkrijgingsprijs heeft tot gevolg dat waardestijgingen van participaties niet in de cijfers tot uitdrukking komen. Teneinde nader inzicht te geven in de actuele waarde, wordt in de de toelichting op de balans de fair marktet value vermeld. Afwaarderingen naar een lagere marktwaarde, of terugnames van een afwaardering in een voorgaande periode worden in de winst en verliesrekening verwerkt onder de post Waardeveranderingen van effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren.
Participaties worden niet aangegaan met als doel om zeggenschap te krijgen over de onderneming, maar met als doel om te vervreemden. Er is te allen tijde een exit strategie om dit te bereiken. Daarom classificeren de participaties niet als deelneming. In uitzonderingsgevallen kunnen meerderheidsposities ontstaan, dit is altijd van tijdelijke aard. De betreffende participaties worden om deze redenen niet geconsolideerd.
BOM investeert niet alleen rechtstreeks in participaties maar investeert ook via investeringsfondsen in ventures. Dit zijn de Fund to Fund vennootschappen. Gedurende de eerste vijf jaar van het bestaan van deze fondsen worden participaties aangekocht en is er nog geen waardeontwikkeling van deze portfoliobedrijven te verwachten. Gedurende deze periode laten deze fondsen veelal negatieve resultaten zien als gevolg van de kosten van beheer. De BOM waardeert de Fund to Fund vennootschappen gedurende de eerste 5 jaar op kostprijs. Uitgangspunt hierbij is dat de waardeontwikkeling van de binnen het fonds opgenomen portfolio zich zodanig ontwikkelt dat uit de opbrengsten bij verkoop van deze participaties de investering en de kosten van beheer worden terugverdiend. Bijzondere waardeverminderingen worden in acht genomen indien verwacht wordt dat de opbrengsten uit het fonds lager zullen zijn dan de kostprijs.
Leningen u/g
Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft BOM leningen verstrekt. De leningen betreffen zowel leningen aan participaties als leningen aan ondernemingen waarin niet wordt geparticipeerd. De leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reele waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde zoals is toegestaan volgens RJ290.537a. De leningen betreffen verleende kredieten met een overwegend achtergesteld karakter. Voor de in de leningsvoorwaarden opgenomen financiële derivaten (embedded derivaten) maakt de vennootschap gebruik van RJ290.831. Het derivaat kan niet afzonderlijk gewaardeerd worden maar wordt meegenomen in het basisinstrument.
Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa
De BOM beoordeelt op elke balansdatum of een financieel vast actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan na het eerste jaar volgend op de initiële investering. Voor alle categorieën financiële activa die tegen (geamortiseerde) kostprijs worden gewaardeerd, wordt bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen , de omvang van het verlies bepaald en in de winst-en verliesrekening verwerkt. Bij aandelenparticipaties gewaardeerd tegen kostprijs wordt de omvang van het verlies bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de best mogelijke schatting van de fair market value. Een voorheen opgenomen waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien het wegnemen van de indicatie van een bijzondere waardevermindering objectief en structureel is.
De nominale waarde van de vorderingen wordt verlaagd met gebruikmaking van een voorziening wegens oninbaarheid. Een voor heen opgenomen waarderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking, tot maximaal het bedrag dat benodigd is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs ten tijde van de terugname als geen sprake zou zijn geweest van een bijzondere waarde vermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en verliesrekening verantwoord.
Bepaling Fair Market Value
Voor de bepaling van de marktwaarde , de Fair Market Value, worden de Valuation Guidlines for Private Equity and Venture Capital als richtlijn gehanteerd. De BOM hanteert hier bij voorkeur de methode price of recent investment. Als dit niet mogelijk blijkt wordt de multiple method of discounted cashflow method gehanteerd. De belangrijkste aannames en schattingen zijn als volgt:
Bij de price of recent investment zijn dit de mogelijke wijzigingen die in de periode tussen het moment van waarderen en de transactie hebben plaatsgevonden
Bij de multiple method is dit de toepasbaarheid en redelijkheid van de multiple. Dit hangt onder meer af van de grootte, het risicoprofiel en de winstverwachting van de onderneming waarvan de multiple wordt gehanteerd
Bij de discounted cash flow method zijn dit de schatting van de toekomstige kasstromen en de gehanteerde disconteringsvoet.
In het eerste jaar van waardering wordt de fairmarket value gelijk verondersteld aan de kostprijs tenzij er indicaties zijn voor een bijzondere waardevermindering die waardering op kostprijs niet rechtvaardigen.
Deelnemingen
Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden, voor zover niet vallend onder artikel 407 lid 1c Titel 9 Boek 2 BW, gewaardeerd op nettovermogenswaarde. Overige deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Vlottende activa
Vorderingen
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
De vorderingen uit hoofde van projecten in opdracht van derden bestaan uit het saldo van gerealiseerde projectkosten, ontvangen (subsidie)bijdragen en, indien van toepassing, verwerkte verliezen.
Liquide middelen
De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de Groep.
Passiva
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om aan de verplichtingen te voldoen, tenzij anders vermeld.
Voorziening groot onderhoud
Tot en met boekjaar 2019:
De voorziening ter gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud van gebouwen wordt bepaald op basis van de te verwachten kosten over een reeks jaren. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht.
In 2020 wordt de overgangsbepaling voor kosten van groot onderhoud (RJ-Uiting 2019-14: Richtlijn 212 ‘Materiële vaste activa’) toegepast.
Deze overgangsbepaling maakt het mogelijk om een overgang van ‘kosten van groot onderhoud via een voorziening’ naar ‘kosten van groot onderhoud in de boekwaarde van het actief’ in afwijking van hoofdstuk 140 ‘Stelselwijzigingen’ te verwerken. Dit betekent dat de onderhoudsvoorziening aan het begin van het boekjaar waarin de wijziging plaatsvindt vrijvalt ten gunste van het eigen vermogen. Vanaf het huidige boekjaar wordt het verrichte groot onderhoud, dat aan de criteria voldoet van RJ 212.201, in de boekwaarde van het actief verwerkt en wordt de componentenbenadering toegepast. De boekwaarde van het vervangen bestanddeel wordt vervolgens gedesinvesteerd.
Pensioen
De BOM kent een toegezegde-bijdrageregeling De pensioenpremies zijn verantwoord als personeelskosten. De pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij.
Langlopende schulden
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
Opbrengsten
De opbrengsten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben.
Opbrengsten uit hoofde van participaties en leningen u/g
Onder deze post zijn opgenomen: resultaten bij vervreemding van aandelenparticipaties, voorzieningen op participaties leningen u/g en vorderingen, dividendopbrengsten en rente- en provisiebaten participaties en leningen u/g.
Kosten
De kosten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben en worden, binnen overeengekomen maxima, gedeeltelijk vergoed door het ministerie van Economische Zaken & Klimaat en de provincie Noord-Brabant (PNB).
Lonen en salarissen
Onder lonen en salarissen wordt verstaan de over het jaar betaalde c.q. verschuldigde salarissen, vakantiegeld, sociale lasten en pensioenpremies.
Dekking fondskosten en participatieresultaten
Voor de geldleningen, welke zijn verstrekt door de provincie Noord-Brabant, gelden de volgende bepalingen ten aanzien van de verwerking van fondskosten en participatieresultaten:
Indien in enig boekjaar sprake is van een verlies, ondermeer als gevolg van afboekingen op de waardering van participaties, afboeking op aan participaties verstrekte geldleningen en kosten voor het beheer, dan zal dat verlies afgeschreven worden op het bedrag van de geldlening en als bate verantwoord worden in de resultatenrekening over dat boekjaar.
Indien in enig boekjaar sprake is van een winst, dan zal deze winst worden toegevoegd aan het bedrag van de geldlening en als last verantwoord worden in de resultatenrekening over dat boekjaar.
Deze bepalingen zijn van toepassing op de volgende entiteiten:
Energiefonds Brabant
Innovatiefonds Brabant
Cleantechfonds Brabant
BOM Capital II
Life Sciences & Health Fund
Biobased Brabant Fonds
Spin-Off Fonds Brabant
Voor het Life Sciences & Health Fund en Spin-Off Fonds Brabant zijn aanvullende afspraken gemaakt als gevolg van specifieke fondsafspraken verband houdende met de resterende looptijd van de fondsen. Voor de resultaten voortvloeiend uit de investeringsverplichtingen MSD in BOM Capital II B.V. zijn deze bepalingen niet van toepassing.
Voor BOM-COL Brabant B.V. geldt dat de kosten kunnen worden verrekend met de lening en dat de opbrengsten verschuldigd zijn aan de staat.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft aan BOM Capital I B.V. een lening beschikbaar gesteld ter grootte van € 20.000.000. Deze lening is bestemd voor het nemen en aanhouden van een indirect strategisch aandelenbelang in Smart Photonics Holding B.V.
BOM Capital I B.V. is aan de Staat over de Lening als vergoeding verschuldigd het bedrag van de lening, te vermeerderen met het eventueel gerealiseerde rendement, een en ander onder aftrek van het eventueel gerealiseerd verlies.
Vennootschapsbelasting
Belastingen over de winst worden bepaald op basis van het resultaat, rekening houdend met fiscale faciliteiten. BOM Holding vormt sinds 1 januari 2016 samen met haar 100% dochtermaatschappijen, Innovatiefonds Brabant B.V., Energiefonds Brabant B.V., BOM Capital II B.V., BOM Vastgoed B.V., BOM Bedrijfslocaties B.V., Spin-Off Fonds Brabant B.V. en Biobased Brabant Fonds B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond daarvan is de onderneming hoofdelijk aansprakelijk voor de vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid als geheel.
BOM Holding B.V. houdt 50,1% van de aandelen van BOM Capital I B.V. BOM Capital I B.V. houdt 100% van de aandelen van Life Sciences & Health Fund B.V. Op grond hiervan vormen BOM Capital I B.V. en Life Sciences & Health Fund B.V. sinds 1 januari 2016 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Deze fiscale eenheid is over 2020 geen vennootschapsbelasting verschuldigd (2019: € 0).
BOM Holding B.V. houdt 50,1% van de aandelen in BOM Business Development & Foreign Investments B.V. op grond waarvan deze vennootschap zelfstandig belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Deze vennootschap is over 2020 geen vennootschapsbelasting verschuldigd (2019: € 0)
BOM Holding B.V. is over 2020 geen vennootschapsbelasting verschuldigd (2019: € 0).
Aandeel in het resultaat van derden
Het aandeel in het resultaat van derden betreft het aandeel in het resultaat van EZK in BOM Business Development & Foreign Investments B.V. en BOM Capital I B.V. EZK houdt in beide ondernemingen een minderheidsbelang van 49,9%.