Nederlands eerste gasvrije campus: ‘Een groen pand in een groene omgeving’

Met fieldlabs, state-of-the-art faciliteiten en de aanwezigheid van leidende bedrijven en kennisinstellingen heeft de Brainport Industries Campus alles in huis om uit te groeien tot hét innovatieve hart van de hightech maakindustrie. Maar de campus, waar in 2018 de eerste huurders neerstreken, is ook een toonbeeld van duurzaamheid. Dankzij een samenwerking van ENGIE en BOM  mag de BIC zich zelfs de eerste gasvrije industriecampus van Nederland noemen.

Voor de gemiddelde bezoeker ligt het duurzame hart van de BIC goed verborgen. Ruud Vleugels, directeur ENGIE Utility Partners, staat aan de achterzijde van het kolossale groengele gebouw dat de afgelopen twee jaar langs de A2 in Eindhoven-Noord is verrezen. Vol trots wijst hij naar de ingang van wat op het eerste gezicht een grote fabriekshal lijkt. “Dít is de energiecentrale van de campus.”

Als Vleugels naar binnen stapt, komt zijn stem nauwelijks boven het geluid van de draaiende installaties uit. De ruimte staat vol met machines, ketels, kasten met digitale schermpjes en systemen met buizen en pijpen. “Hier komen alle energiestromen en andere utilities vandaan die nodig zijn om op de BIC te kunnen werken en produceren”, vertelt Vleugels. "We hebben hier geen gasaansluiting; de meeste installaties die je hier ziet, hebben te maken met de warmte en koude die we uit de grond halen.”

  • C02-reductie: 1900 ton per jaar. Om deze besparing te halen, moet een windmolen met een vermogen van 2,3 megawatt meer dan een half jaar non-stop draaien.

  • De campus is 100% gasvrij, en maakt geen gebruik van fossiele brandstoffen.

  • Dankzij het duurzame bodemenergiesysteem stoot de BIC jaarlijks 618 kilogram minder NOx uit dan bedrijventerreinen met een conventionele gasketel en koelmachine.

450.000 liter water

Om de grote industriële ruimtes van de BIC zonder gas te kunnen verwarmen en koelen, beschikt de energiecentrale over één van de grootste bodemenergiesystemen van Nederland. Per uur kan het systeem 450.000 liter grondwater oppompen en weer in de bodem terugvoeren. De energie die nodig is om de centrale te laten draaien, komt straks van de bijna 6.000 zonnepanelen die op het dak van het gebouw worden gemonteerd. Hierdoor bespaart de BIC jaarlijks 1900 ton CO2, wat gelijkstaat aan de uitstoot van bijna 13 miljoen autokilometers.

Een duurzaam imago

Voor hightech toeleverancier KMWE was duurzaamheid één van de belangrijkste redenen om voor de BIC te kiezen. CEO Edward Voncken: “Een groen pand in een groene omgeving: dat is van meet af aan het uitgangspunt geweest van de BIC. In eerste instantie leidt dat tot lagere energiekosten, maar het is ook belangrijk voor onze uitstraling. Klanten en toekomstig talent worden steeds kritischer op het duurzaamheidsbeleid van bedrijven en hun impact op de omgeving.”

KMWE, dat machineonderdelen aan onder andere ASML levert, zit nog middenin de verhuizing. Inmiddels werken 180 medewerkers van het bedrijf op de BIC; over een jaar moeten dat er 500 zijn. “Als we hier straks met z’n allen zitten, kunnen we de verduurzaming pas echt versnellen. Dan gaan we bijvoorbeeld ook restwarmte met andere huurders delen”, vervolgt Voncken. “Dat sluit naadloos aan bij de filosofie van de BIC. We proberen elkaar zoveel mogelijk te versterken. We delen cleanrooms, fieldlabs en logistieke faciliteiten, maar dus ook energie.”

Een speciaal energiebedrijf voor de BIC

De duurzame energievoorziening op de BIC kwam tot stand dankzij een samenwerking van ENGIE en BOM. Ze investeerden gezamenlijk in de aanleg en het onderhoud van de installaties en voor de exploitatie richtten ze in 2018 BIC Utility op, een speciaal energiebedrijf dat de campus en zijn huurders de komende 15 jaar voorziet van stroom, water, warmte en koude. Ook verzorgt BIC Utility de speciale utilities die nodig zijn voor industriële productieprocessen zoals gezuiverd water en de perslucht die bijvoorbeeld wordt gebruikt om robotarmen te laten bewegen.

Als wij ons werk goed doen, merkt niemand er iets van

Ruud Vleugels

De bedrijven op de BIC krijgen maandelijks een energierekening op basis van hun werkelijke gebruik. Vleugels: “Zo profiteren ze van een blijvend duurzame werkomgeving zonder dat ze daarin zelf hoeven te investeren.”

Veel herrie, maar geen gas

In het Atrium, de centrale ruimte van het pand, is van de luidruchtige energiecentrale niets te merken. De ledverlichting, luchtkasten en distributiebuizen zijn net als het plafond wit, waardoor ze nauwelijks opvallen. “Als wij ons werk goed doen, merkt niemand er iets van”, vertelt Vleugels. “De mensen hier genieten van een aangenaam klimaat om in te werken, maar verder is het alsof de energiecentrale niet bestaat.”

Maar dat is ook weer niet helemaal de bedoeling. Over een paar maanden komt er een raam in de muur tussen het Atrium en de energiecentrale. “Dan kunnen huurders hun klanten tijdens een rondleiding niet alleen de cleanrooms en andere faciliteiten laten zien, maar ook de duurzame installaties”, verklaart Vleugels. “We hebben in de centrale misschien veel herrie, maar geen gas. En dat is uniek, met name voor de industrie.”

Van kostenpost naar businessmodel: hoe de BIC gasvrij werd

De BIC laat zien dat bedrijventerreinen wel degelijk zonder gasaansluiting kunnen. Waarom lukte het hier wel, en wat kunnen andere bedrijventerreinen doen om ook gasvrij of zelfs energieneutraal te worden? Een kort interview met Harmen de Kool, van de BOM.

Waarom komen duurzame projecten op bedrijventerreinen zo moeizaam van de grond?

Het knelpunt is de zogeheten split incentive. Bij de verduurzaming van een bedrijventerrein of bedrijfsverzamelgebouw liggen de baten en lasten doorgaans niet bij dezelfde partij. De eigenaar investeert in de duurzame installaties, terwijl vooral de huurders hier via een lagere energierekening van profiteren. In veel gevallen geeft dit eigenaren onvoldoende prikkels om nieuwe of bestaande gebouwen te verduurzamen.

Hoe hebben jullie dit op de BIC aangepakt?

Samen met ENGIE Services hebben we speciaal voor de BIC een energiebedrijf opgericht: BIC Utility. Deze zogeheten Energy Service Company (ESCo) is verantwoordelijk voor de realisatie, financiering én exploitatie van de duurzame installaties zoals de zonnepanelen. In ruil daarvoor betalen de huurders op basis van hun gebruik een maandelijkse vergoeding. De baten en lasten van de verduurzaming liggen hier dus bij een en dezelfde partij: BIC Utility verdient zijn investering terug over de totale levensduur van de installaties.

Is het probleem daarmee opgelost?

Ja en nee. De ESCo op de BIC werkt en de reeds gevestigde bedrijven genieten de voordelen van een comfortabele en duurzame werkomgeving. Maar helaas wordt deze constructie nog weinig toegepast. Dat komt enerzijds omdat de benodigde kennis niet breed beschikbaar is in de markt, en anderzijds omdat banken nog huiverig zijn om in ESCo’s te investeren. Op de BIC hebben wij de installaties via Energiefonds Brabant samen met ENGIE gefinancierd. Hiermee willen we aantonen dat de structuur en het concept werken. We hopen dat banken op den duur bereid zullen zijn om dit voorbeeld te volgen.

Welke tips heb je voor bedrijventerreinen die ook gasvrij willen worden?

Het is belangrijk dat eigenaren en gebruikers zich ervan bewust zijn dat het dus wel degelijk mogelijk is om de split incentive te doorbreken. Dat kan bijvoorbeeld via de ESCo-constructie die we op de BIC hebben gebruikt. Verder moet je niet alles van tevoren willen oplossen. Als je aan het begin van het project beren op de weg ziet, stel jezelf dan de vraag: zijn dit ‘showstoppers’ of zijn dit problemen die we gaandeweg kunnen oplossen? Wij hebben de afgelopen jaren op dit terrein veel kennis en kunde opgebouwd, en willen ontwikkelaars, installateurs en gemeenten hier graag bij ondersteunen.  

Meer weten?

Wil je meer weten over deze case, neem dan contact op met:

Harmen de Kool
Manager BOM Renewable Energy
hdekool@bom.nl