‘Met waterstof kun je verantwoord groeien naar meer duurzame opwek’
Meer lokale opwek van duurzame energie mogelijk maken: dat is de missie van GreenH2UB. Initiatiefnemer Paul Sjoerds zoekt de oplossing in compacte waterstoffabrieken, die de komende jaren op meerdere locaties in Brabant moeten verrijzen. “Met groene waterstof kun je sneller naar een CO2-vrije samenleving.”
Het idee ontstond een paar jaar geleden toen Sjoerds, tevens eigenaar van Force Renewable Energy, steeds vaker geconfronteerd werd met de beperkingen van het elektriciteitsnet. Door de snelle opmars van hernieuwbare energie kan op bepaalde momenten zoveel aanbod ontstaan dat het stroomnet overbelast raakt. Deze netcongestie vormt een grote bedreiging voor de energietransitie.
“Als ontwikkelaar van zonne- en windparken ben ik me meer in dit probleem gaan verdiepen”, blikt Sjoerds terug. “Het resultaat was een ‘vaag’ plan om de overtollige elektronen af te voeren in waterstof. Ik nam contact op met Paul Gosselink van de BOM, en hij vond het allemaal super interessant. Vervolgens zijn we samen verdergegaan.”
Cruciale contacten
In 2020 richtten Force Renewable Energy en de BOM een gezamenlijke entiteit op: GreenH2UB Development BV. Het plan is om nabij zonne- of windparken GreenH2UBs te bouwen. Iedere hub krijgt een elektrolysesysteem, dat lokaal opgewekte stroom gebruikt om waterstof te maken. De GreenH2UB levert deze groene waterstof vervolgens aan regionale klanten in de mobiliteit, de industrie of de gebouwde omgeving.
De BOM biedt financiële middelen voor een markt- en haalbaarheidsonderzoek en brengt GreenH2UB in contact met mogelijke partners en afnemers. “Die contacten zijn echt cruciaal in de fase waarin we nu zitten”, aldus Sjoerds. “Zo hebben ze ons gekoppeld aan TNO en Berenschot, die speciaal voor ons een tool ontwikkelen om te berekenen hoeveel waterstof je per uur moet maken om alle opgewekte zonne- en windenergie te kunnen omzetten.”
Mogelijke afzetmarkten
Momenteel brengt GreenH2UB alle mogelijke afzetmarkten in kaart. “Vooral de mobiliteitssector biedt kansen”, stelt Sjoerds. “Denk bijvoorbeeld aan bussen, vrachtwagens en binnenvaartschepen, die waterstof met een brandstofcel in elektriciteit kunnen omzetten. Maar je zou ook het lokale gasnet kunnen gebruiken voor levering aan de industrie en omliggende woonwijken.”
Sjoerds merkt op dat goedkope groene waterstof een goed alternatief is voor gas als warmte- en energiebron voor gebouwen en industriële processen. “Daar zitten wel haken en ogen aan, want waterstof mag nog niet onbeperkt in het gasnet worden bijgemengd. Maar de potentie is enorm. Het Nederlandse gasnet kan 15x meer energie afvoeren dan het stroomnet. Netcongestie speelt dan geen rol meer, en je bent ook gelijk van het gas af.”
De eerste GreenH2UB, nabij windpark De Pals in Bladel, moet in 2023 operationeel zijn. Als het aan Sjoerds ligt, staan er over tien jaar tien soortgelijke waterstofhubs in Brabant. Sjoerds: “Om de klimaatdoelen te halen, hebben we meer hernieuwbare energie nodig. Maar dat betekent ook nog meer druk op het stroomnet, en dat kan het huidige systeem helemaal niet aan. Met GreenH2UBs kunnen we verantwoord groeien naar meer duurzame opwek, wat cruciaal is voor de energietransitie.”