De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in euro’s.
Ter verbetering van de transparantie en het inzicht aansluitend op het specifieke karakter van BOM als uitvoeringsorganisatie namens de participanten met kenmerken van een participatiemaatschappij wordt voor de presentatie en toelichting van een aantal specifieke posten in de jaarrekening afgeweken van de algemeen geldende voorschriften en is een beter passende en daardoor duidelijkere benaming en indeling gekozen betreffende een aantal posten in de balans en resultatenrekening. Het specifieke karakter van BOM komt onder meer tot uitdrukking in de voorwaarden voor de verkregen leningen van de participanten ter financiering van de participaties en leningen u/g en de daaraan gekoppelde dekking van de fondskosten en participatieresultaten. Wij verwijzen naar de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling in de jaarrekening.
Vestigingsadres
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. is gevestigd aan de GoirleseWeg 15, 5026 PB te Tilburg.
Groepsverhoudingen
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. te Tilburg staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Hiervan is onderstaand een overzicht opgenomen:
Statutaire | Aandeel in | |
Geconsolideerde vennootschappen: | ||
BOM Bedrijfslocaties B.V. | Tilburg | 100% |
BOM Vastgoed B.V. | Tilburg | 100% |
BOM Business Development & Foreign Investments B.V. | Tilburg | 50,1% |
BOM Capital I B.V. | Tilburg | 50,1% |
BOM Capital II B.V. | Tilburg | 100% |
Innovatiefonds Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
Energiefonds Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
Life Sciences & Health Fund B.V. | Tilburg | 100% |
Spin-off Fonds Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
BOM COL Brabant B.V. | Tilburg | 100% |
SecFund B.V. | Tilburg | 100% |
Statutaire | Aandeel in | |
Niet-geconsolideerde vennootschappen: | ||
Bright Move B.V. | Eindhoven | 33,3% |
De deelneming in Bright Move B.V. is niet in de consolidatie betrokken. In verband met het ontbreken van overwegende zeggenschap en het niet kunnen uitoefenen van invloed van betekenis is de deelneming gewaardeerd op verkrijgingsprijs. Bright Move B.V. is ontstaan vanuit een samenwerking tussen Brainport Development, Fontys, TU/Eindhoven en de BOM. De waarde van Bright Move B.V. is € 6.000.
Grondslagen voor consolidatie
In de consolidatie worden de financiële gegevens opgenomen van Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. Haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, tenzij de vennootschap gebruik maakt van de consolidatievrijstelling zoals bedoeld in artikel 407 lid 1c, Titel 9 boek 2 BW. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Holding B.V. direct of indirect overheersende zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten beheerst.
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de Groep zijn gerealiseerd. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen van de groep.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
BOM waardeert haar investeringsportefeuille twee keer per jaar op basis van de ontwikkelingen bij de ondernemingen in portefeuille. De BOM gebruikt hiervoor een fair value model, hetgeen gebruikelijk is in de investeringsmarkt. Het fair value model hanteert als uitkomst de marktprijs (bij een recente investering, multiples of notatie aan beurs) of een waarde die wordt berekend door weging van het aanwezige potentieel in relatie tot de aanwezige risico’s (Netto Contante Waarde).
Vergelijkende cijfers
De cijfers 2023 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2024 mogelijk te maken. Indien van toepassing wordt dit in de nadere toelichting op de betreffende post expliciet vermeld.
Vreemde valuta
Activa en passiva in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. De hieruit resulterende koersverschillen worden in de resultatenrekening verantwoord.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel de primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als de financiële derivaten verstaan. Voor de grondslagen van de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de toelichting per balanspost.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Vaste activa
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden in het jaar van aanschaf geactiveerd. Terreinen, gebouwen en overige bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen voor zover van toepassing. Afschrijvingen geschieden lineair op basis van geschatte levensduur. Deze varieert van 2 tot 40 jaar. Op terreinen wordt niet afgeschreven.
Financiële vaste activa
Participaties
Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de BOM participaties in ondernemingen. De aandelenparticipaties worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. De vervolgwaardering betreft de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde zoals is toegestaan volgens RJ260.537a. Het dividend wordt als resultaat aangemerkt en verwerkt onder opbrengsten van effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren. De waardering tegen verkrijgingsprijs heeft tot gevolg dat waardestijgingen van participaties niet in de cijfers tot uitdrukking komen. Afwaarderingen naar een lagere marktwaarde, of terugnames van een afwaardering in een voorgaande periode worden in de winst en verliesrekening verwerkt onder de post Waardeveranderingen van effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren.
Participaties worden niet aangegaan met als doel om zeggenschap te krijgen over de onderneming, maar met als doel om te vervreemden. Er is te allen tijde een exit strategie om dit te bereiken. Daarom classificeren de participaties niet als deelneming. In uitzonderingsgevallen kunnen meerderheidsposities ontstaan, dit is altijd van tijdelijke aard. De betreffende participaties worden niet geconsolideerd overeenkomstig artikel 2:407 lid 2c.
Fund to Fund
BOM investeert niet alleen rechtstreeks in participaties maar investeert ook via investeringsfondsen in ondernemingen. Dit zijn de Fund to Fund vennootschappen. Alle kasstromen vanuit het fonds worden gezien als dividend. Dit betekent dat alle bij BOM inkomende kasstromen vanuit Fund to Fund fondsen als dividend via de W&V lopen. Kasstromen aan het fonds worden gezien als kapitaalstorting, en worden toegevoegd aan de balanswaarde van het fonds. Wanneer de marktwaarde van het fonds onder de verkrijgingsprijs komt, door de uitkering van dividend en/of door een lagere marktwaarde van het fonds, wordt er een voorziening geboekt.
Voor Fund-to-Fund investeringen wordt een bijzondere waardevermindering verantwoord ingeval de intrinsieke waarde van de fonds lager is dan het geïnvesteerd vermogen
Leningen u/g
Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft BOM leningen verstrekt. De leningen betreffen zowel leningen aan participaties als leningen aan ondernemingen waarin niet wordt geparticipeerd. De leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en na eerste opname vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De leningen betreffen verleende kredieten met een overwegend achtergesteld karakter. Voor de in de leningsvoorwaarden opgenomen financiële derivaten (embedded derivaten) maakt de vennootschap gebruik van RJ290.831. Deze derivaten kunnen niet afzonderlijk worden gewaardeerd, zoals conversierechten bij einde van de looptijd van de lening, maar worden meegenomen in de waardering van het basisinstrument.
Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa
De BOM beoordeelt op elke balansdatum of een financieel vast actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan na het eerste jaar volgend op de initiële investering. Voor alle categorieën financiële activa die tegen (geamortiseerde) kostprijs worden gewaardeerd, wordt bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen, de omvang van het verlies bepaald en in de winst-en verliesrekening verwerkt (incurred loss-model). Bij aandelenparticipaties gewaardeerd tegen kostprijs wordt de omvang van het verlies bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de best mogelijke schatting van de reële waarde. Een voorheen opgenomen waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien het wegnemen van de indicatie van een bijzondere waardevermindering objectief en structureel is.
De nominale waarde van de vorderingen wordt verlaagd met gebruikmaking van een voorziening wegens oninbaarheid. Een voorheen opgenomen waarderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking, tot maximaal het bedrag dat benodigd is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs ten tijde van de terugname als geen sprake zou zijn geweest van een bijzondere waarde vermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en verliesrekening verantwoord.
Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa worden bepaald op basis van de beste inschatting van de directie van de toekomstige verdiencapaciteit / verwachte toekomstige kasstromen van de individuele investeringen, rekening houdend met de verkregen zekerheden. Tevens houdt de directie rekening met de volwassenheidsfase van de individuele investeringen.
Bepaling reële waarde
Voor de bepaling van de marktwaarde, de reëel waarde, worden de Valuation Guidelines for Private Equity and Venture Capital als richtlijn gehanteerd. De BOM hanteert hier bij voorkeur de methode price of recent investment. Als dit niet mogelijk blijkt wordt de multiple method of discounted cashflow method gehanteerd. De participaties van Renewable Energy worden op basis van DCF gewaardeerd. De belangrijkste aannames en schattingen zijn als volgt:
De waardering uit de meest recente investeringsronde (price of recent investment) wordt beschouwd als de beste reflectie van de reële waarde van de participatie, tenzij een alternatieve waarderingsmethode tot een meer betrouwbare schatting van de reële waarde zouden leiden. Bij de price of recent investment zijn dit de mogelijke wijzigingen die in de periode tussen het moment van waarderen en de transactie hebben plaatsgevonden.
Bij de multiple method is dit de toepasbaarheid en redelijkheid van de multiple en de EBIT(DA). Dit hangt onder meer af van de grootte, het risicoprofiel en de winstverwachting van de onderneming waarvan de multiple wordt gehanteerd (peer group).
Bij de discounted cash flow method zijn dit de schatting van de toekomstige kasstromen en de gehanteerde disconteringsvoet.
De eerste 3 jaar van waardering wordt de reële waarde gelijk verondersteld aan de kostprijs (price of recent investment bij transactie) tenzij er indicaties zijn voor een bijzondere waardevermindering die waardering op kostprijs niet rechtvaardigen.
Voor Fund-to-Fund investering wordt de reële waarde van de hierin gehouden minderheidsbelangen bepaald op basis van de intrinsieke waarde van de fondsen, aangezien de gehouden financiële vaste activa van de betreffende fondsen tegen de reële waarde zijn opgenomen.
Deelnemingen
Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden, voor zover niet vallend onder artikel 407 lid 1c Titel 9 Boek 2 BW, gewaardeerd op nettovermogenswaarde. Overige deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Overige vorderingen
In de overige langlopende vorderingen zijn uitgestelde opbrengsten uit verkoop van participaties opgenomen. Deze worden opgenomen op basis van enerzijds de hoge mate van waarschijnlijkheid dat deze gaan leiden tot toekomstige inkomsten en anderzijds dat deze betrouwbaar kunnen worden ingeschat. De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Vlottende activa
Vorderingen
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
De vorderingen uit hoofde van projecten in opdracht van derden bestaan uit het saldo van gerealiseerde projectkosten, ontvangen (subsidie)bijdragen en, indien van toepassing, verwerkte verliezen.
Liquide middelen
De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de Groep. De gestalde gelden bij de provincie zijn hierin ook opgenomen. Deze gelden zijn direct opvraagbaar en worden als integraal onderdeel van de liquide middelen gemanaged. De gelden worden behandeld zoals ook de tegoeden bij de bank behandeld worden en daardoor is het kredietrisico vergelijkbaar als het kredietrisico bij de bank. De BOM wenst deze gelden als onderdeel van de liquide middelen te beschouwen, omdat hiermee een beter inzicht wordt gegeven van de voor BOM Holding direct aanwendbare liquiditeiten (art. 2:362 lid 4 BW).
Passiva
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om aan de verplichtingen te voldoen, tenzij anders vermeld.
Pensioen
De vennootschap is aangesloten bij Pensioenfonds Allianz. Er is geen sprake van een pensioenfonds, maar van een pensioenverzekering. Daarom is er geen dekkingsgraad. De pensioenregeling betreft een zogenaamde toegezegde bijdrage pensioenregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord.
De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering’. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als een last in de staat van baten en lasten verantwoord.
Langlopende schulden
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Een aantal leningsovereenkomsten heeft een allonge regeling. In deze regeling is opgenomen dat indien in enig boekjaar sprake is van een winst of verlies, dit resultaat, inclusief de gemaakt fondskosten, zal worden verrekend met het bedrag van de geldlening verstrekt door de provincie. Winsten leiden tot een verhoging van de schuld en verliezen tot een verlaging van de schuld. Deze waardemutaties van de leningen worden als een financiële bate of last in de resultatenrekening verantwoord. Deze verantwoordingsmethodiek sluit aan bij de financieringsstructuur van BOM als uitvoeringsorganisatie namens de participanten en daarmee het inzicht voor de gebruikers.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
Opbrengsten
De opbrengsten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben.
Opbrengsten subsidies
Subsidie opbrengsten worden verantwoord in de periode waarop zij betrekking hebben. Exploitatie subsidies hebben betrekking op een betreffend boekjaar en worden in die periode verwerkt. Project subsidies verwerkt op basis van de geboekte kosten, en vallen gelijktijdig in de resultatenrekening. Eventuele projectresultaten worden verwerkt bij het afsluiten van het project. Eventuele overige opbrengsten worden verwerkt in de periode waarop ze betrekking hebben en gematched met de betreffende kosten.
Opbrengsten uit hoofde van participaties en leningen u/g
Onder deze post zijn opgenomen: resultaten bij vervreemding van aandelenparticipaties, voorzieningen op participaties leningen u/g en vorderingen, dividendopbrengsten en rente- en provisiebaten participaties en leningen u/g. Deze resultaten zijn inclusief eventuele effecten als gevolg van valutarisico.
Kosten
De kosten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben en worden, binnen overeengekomen maxima, gedeeltelijk vergoed door het ministerie van Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant (PNB).
Lonen en salarissen
Onder lonen en salarissen wordt verstaan de over het jaar betaalde c.q. verschuldigde salarissen, vakantiegeld, sociale lasten en pensioenpremies.
Dekking fondskosten en participatieresultaten
Voor de geldleningen, welke zijn verstrekt door de provincie Noord-Brabant, gelden de volgende bepalingen ten aanzien van de verwerking van fondskosten en participatieresultaten:
Indien in enig boekjaar sprake is van een verlies, ondermeer als gevolg van afboekingen op de waardering van participaties, afboeking op aan participaties verstrekte geldleningen en kosten voor het beheer, dan zal dat verlies afgeschreven worden op het bedrag van de geldlening en als bate verantwoord worden in de resultatenrekening over dat boekjaar.
Indien in enig boekjaar sprake is van een winst, dan zal deze winst worden toegevoegd aan het bedrag van de geldlening en als financiële last verantwoord worden in de resultatenrekening over dat boekjaar.
Deze bepalingen zijn van toepassing op de volgende entiteiten:
Energiefonds Brabant
Innovatiefonds Brabant
Cleantechfonds Brabant
BOM Capital II
Life Sciences & Health Fund
Spin-Off Fonds Brabant
Voor het Life Sciences & Health Fund en Spin-Off Fonds Brabant zijn aanvullende afspraken gemaakt als gevolg van specifieke fondsafspraken verband houdende met de resterende looptijd van de fondsen.
Voor BOM-COL Brabant B.V. geldt dat de kosten kunnen worden verrekend met de lening en dat de opbrengsten verschuldigd zijn aan de staat.
Het Ministerie van Economische Zaken heeft aan BOM Capital I B.V. een lening beschikbaar gesteld ter grootte van € 20.000.000. Deze lening is bestemd voor het nemen en aanhouden van een indirect strategisch aandelenbelang in Smart Photonics Holding B.V.
BOM Capital I B.V. is aan de Staat over de Lening als vergoeding verschuldigd het bedrag van de lening, te vermeerderen met het eventueel gerealiseerde rendement, een en ander onder aftrek van het gerealiseerd verlies.
Vennootschapsbelasting
Belastingen over de winst worden bepaald op basis van het resultaat, rekening houdend met fiscale faciliteiten. BOM Holding vormt sinds 1 januari 2016 samen met haar 100% dochtermaatschappijen, Innovatiefonds Brabant B.V., Energiefonds Brabant B.V., BOM Capital II B.V., BOM Vastgoed B.V., BOM Bedrijfslocaties B.V. en Spin-Off Fonds Brabant B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond daarvan is de onderneming hoofdelijk aansprakelijk voor de vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid als geheel.
BOM Holding B.V. houdt 50,1% van de aandelen van BOM Capital I B.V. BOM Capital I B.V. houdt 100% van de aandelen van Life Sciences & Health Fund B.V. Op grond hiervan vormen BOM Capital I B.V. en Life Sciences & Health Fund B.V. sinds 1 januari 2016 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Deze fiscale eenheid is over 2024 geen vennootschapsbelasting verschuldigd (2023: € 0).
BOM Holding B.V. houdt 50,1% van de aandelen in BOM Business Development & Foreign Investments B.V. op grond waarvan deze vennootschap zelfstandig belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Deze vennootschap is over 2024 geen vennootschapsbelasting verschuldigd (2023: € 0)
BOM Holding B.V. is over 2024 geen vennootschapsbelasting verschuldigd (2023: € 0).
Aandeel in het resultaat van derden
Het aandeel in het resultaat van derden betreft het aandeel in het resultaat van Min EZ in BOM Business Development & Foreign Investments B.V. en BOM Capital I B.V. Min EZ houdt in beide ondernemingen een minderheidsbelang van 49,9%.