Bij BOM draait het om de Brabantse ondernemingen die oplossingen bieden voor maatschappelijke vraagstukken en daarmee bijdragen aan een sterke, concurrerende en vooral duurzame economie. Deze ondernemingen maken impact. Door het meten en transparant maken van die impact kunnen we de maatschappelijke waardecreatie vergroten. BOM wil hierin een voorloper en inspirator zijn. Het meten en in beeld brengen van impact is complex. In 2021 stelde BOM een waardecreatiemodel op. Over 2022 maakte we een eerste impactrapportage op basis van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de VN dat we ook in 2023 gebruikten. Op diezelfde manier kunnen we nu over 2024 laten zien op welke SDG’s onze ontwikkelprojecten, venture development inzet, internationale activiteiten en investeringen impact hebben.

Thema's en SDG's

Over de gehele Meerjarenperiode 2021-2024 hebben de activiteiten van BOM een sterke thematische focus, slechts 4% valt in 2024 niet binnen de maatschappelijke thema’s. Relatief de meeste activiteiten gaan uit naar de thema’s kansrijke sleuteltechnologie (40%) en gezonde toekomst (25%). Daarna volgen klimaatneutrale energie (19%) en duurzame voedselsystemen (12%). Deze analyse omvat de actieve ESO projecten (38), het aantal startups dat we ondersteund hebben (62), alle actieve investeringen (zowel in bedrijven als energieprojecten, excl. COL en F2F) (151) en alle internationale activiteiten vanuit invest (38) en trade (23). Een iets diepere blik op de inzet vanuit de verschillende competenties legt de complexiteit van ons werk bloot. Zo gaat juist binnen Venture Building relatief veel inzet uit naar duurzame voedselsystemen; dat is voorbereidend werk voor mogelijke investeringen. Dat Brabant internationaal vooral geliefd is vanwege haar high tech profiel blijkt uit het grote aandeel activiteiten op sleuteltechnologie binnen de competentie Internationaliseren; hierbinnen zien we ook veel interesse in digitale technologieën.

Wanneer we kijken naar de SDG’s waarop de activiteiten van BOM effect hebben, springen er zes uit: SDG 2, 3, 7, 8, 9 en 12. Dit sluit naadloos aan bij de thematische insteek en het beeld is vergelijkbaar met dat over 2023. Deze analyse laat zien dat onze activiteiten gericht zijn op de thema’s en de daarbij passende SDG’s. Daarmee is het een bevestiging van de ingezette strategie. Tegelijkertijd beseffen we ons dat deze analyse geen rekening houdt met de mate van (verwachte) impact, of de tijd en moeite die BOM steekt in het (indirect) realiseren van die impact. Ook tellen al onze projecten, missies, investeringen en dergelijke nu even zwaar mee.

Transities vragen tijd, moed en de juiste prikkels

Een goede balans van economie, ecologie en samenleving, hier en nu, maar ook later en elders. Daar draait het om bij brede welvaart. De concepten impact en brede welvaart raken elkaar. Het bestuursakkoord van de provincie benoemt brede welvaart expliciet en ook EZK heeft het concept omarmd. BOM verkent met Otto Raspe, expert Brede Welvaart & Regionale Economie, de Academische Werkplaats Brede Welvaart van Tilburg University, PON/Telos en de Brabantse triple helix-organisaties of brede welvaart als waardevolle (extra) duiding van Impact kan dienen. De nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive-wetgeving (CSRD) biedt mogelijk kansen om bedrijven hierin mee te nemen. BOM gaat impact en de relatie tot brede welvaart, CSRD en ESG een goede plek geven in het nieuwe meerjarenplan 2025 – 2028.

Transities nemen veel tijd in beslag: vaak één tot twee generaties. Dit komt omdat ze niet alleen technologische innovatie vergen, maar ook gedragsverandering. Juist dat is heel lastig, zowel voor bedrijven als consumenten. Gedragsverandering leidt snel tot weerstand, omdat niet iedereen overtuigd is van de noodzaak tot fundamentele verandering en niet iedereen er baat bij heeft. De reflex om het bestaande te handhaven is sterk.

Met onze thematische focus willen we bijdragen aan transities en daarmee complexe systemen transformeren. Dit vergt een holistische aanpak en de bewuste keuze om dingen niet meer of anders te doen. Bewust afwijken van de op dat moment (nog) geldende norm vraagt lef en volharding. Maar ook verandering van wet- en regelgeving, zodat er (geldelijke) prikkels zijn die de juiste keuze ook de makkelijke en logische keuze maken. Door dit lang vol te houden, wordt de omslag daadwerkelijk onomkeerbaar gemaakt. De energietransitie is hierin op een aantal fronten een eind op weg, bij de voedseltransitie is er nog een hele weg te gaan. Bij de voedseltransitie gaat het niet alleen om de omslag naar een hoofdzakelijk plantaardig dieet, maar om het produceren van voedsel binnen planetaire grenzen.

BOM (en ROM’s in het algemeen) hebben een goede (uitgangs)positie om transities aan te jagen. We hebben  een unieke set aan competenties in huis en een lange termijn perspectief. We zullen onszelf wel voortdurend opnieuw moeten durven uitvinden en bevragen. Zo is er bijvoorbeeld meer geduldig kapitaal nodig dat daadwerkelijk impact gedreven is dan in het klassieke venture capital model. Er is ook (lobby voor) transitiegerichte subsidies nodig, evenals garantiestellingen en strategische coalities. We moeten ondernemers meer tijd (kunnen) gunnen, want het duurt lang voor ze met hun oplossingen tractie genereren. Dit alles vereist regionale, landelijke en internationale samenwerking want alleen samen kunnen we deze nieuwe realiteit waarmaken.