In deze appendix worden de 12 ontwikkelthema’s samengevat die in hoofdstuk 4 zijn geïntroduceerd. Zoals in hoofdstuk 4 is toegelicht zijn de thema’s in een verschillende fase van ontwikkeling. Het is een “dynamische set”. Enkele ontwikkelthema’s zijn in de uitvoeringsfase, bij andere wordt toegewerkt naar uitvoering; zij bevinden zich in de programmeringsfase. En er zijn thema’s die zich nog in de verkenningsfase bevinden. Overigens zijn er ontwikkelthema’s waarin verkenning, programmering en uitvoering niet strikt opeenvolgend zijn, maar waarvan bijvoorbeeld onderdelen in de verkenningsfase zitten en andere onderdelen in programmering en/of uitvoering zijn. Een voorbeeld is het thema Smart Data, waarvoor begin 2017 een brede verkenning wordt uitgevoerd en er voor onderdelen van hetzelfde thema, zoals de Jeronimus Academy of Data Science, al concrete activiteiten worden opgezet en uitgevoerd.

In deze appendix zijn de thema’s per fase van ontwikkeling gegroepeerd.

Omdat de thema’s zich in verschillende fasen van ontwikkeling bevinden, is nog niet voor ieder thema een uitvoeringsprogramma uitgewerkt. In een uitvoeringsprogramma wordt een concrete beschrijving gegeven van de uitvoering, inclusief de samenwerking met de (uitvoerings)partners, van de deelprojecten, de te bereiken resultaten en een begroting. Er is daarbij sprake van dynamiek. Sommige (delen van) ontwikkelthema’s zullen mogelijk afvallen in het proces, andere worden verankerd in de reguliere taken als alle onderdelen in uitvoering zijn. Ook kunnen nieuwe ontwikkelthema’s ontstaan, bijvoorbeeld door nieuwe technologische inzichten of trends.

1. Uitvoeringsfase

Smart systems (geïntegreerde fotonica)

Kans voor Brabant

In zo'n beetje alle apparaten die wij kennen – van computers tot productieapparatuur tot medische apparatuur tot huishoudelijke apparaten tot vervoersmiddelen – worden chips gebruikt. De functionaliteit van de apparaten wordt veelal begrensd door de snelheid en grootte van die chips. In de huidige chips worden elektrische elementen gebruikt. Het nadeel is dat elektrische stromen elkaar beïnvloeden, warmte creëren en een snelheid hebben die lager is dan die van licht. Door de elektrische componenten te vervangen door fotonische kan een chip veel sneller, goedkoper, kleiner, energiezuiniger en nauwkeuriger worden.

De TU Eindhoven is internationaal leidend op het gebied van geïntegreerde fotonica en is lead partner van het Photon Delta ecosysteem (zie de volgende paragraaf).

Van kans naar actie

Mondiaal is het ontwikkelen, testen en assembleren van fotonische chips hét onderwerp dat in de keten moet worden gestandaardiseerd en geïndustrialiseerd. Het ecosysteem dat dit snel en goed weet op te pakken zal de omzetpotentie verzilveren en mondiaal een grote aantrekkingskracht krijgen. Door de reeds in Brabant aanwezige kennis en kunde te bundelen en het Brabantse bedrijfsleven klaar te stomen voor marktgerichte productie willen we onze kennis en kunde versneld omzetten in kassa. Kennisinstellingen en bedrijven zullen daarvoor moeten samenwerken. Nieuwe faciliteiten zijn nodig om producten op te schalen en te valideren, de kosten van productie moeten omlaag en hightech waardeketens zullen zich moeten aanpassen aan de integratie van optische chips in hun producten en processen. Om het ecosysteem te ontwikkelen dat deze ontwikkelingen kan realiseren hebben de TU Eindhoven (overall coördinator), de High Tech Campus, SMART Photonics, Effect Photonics, JePPIX, Brainport Development en de BOM het ecosysteem Photon Delta opgezet. In Photon Delta richten het bedrijfsleven en kennisinstellingen, ondersteund door de regionale overheid, zich op de ontwikkeling van geïntegreerde fotonische chips en alle mogelijke toepassingen daarvan in apparatuur. Er is reeds meer dan 300 miljoen euro geïnvesteerd, met name in research en het is nu zaak om op basis hiervan nieuwe business te genereren door het bedrijfsleven sterk te betrekken en uit te dagen. Photon Delta is gestart als regionaal initiatief, maar fotonica vraagt om bovenregionale en internationale samenwerking en daarom wordt het netwerk snel uitgebreid.

Economisch/maatschappelijk belang

De marktomvang voor geïntegreerde fotonica zal naar schatting € 50 miljard per jaar bedragen vanaf 2020. Het ecosysteem dat marktgerichte productie weet te versnellen kan hier een flink aandeel in veroveren. Geïntegreerde fotonica is bovendien een disruptieve technologie die tot nieuwe business modellen zal leiden voor de high-tech en halfgeleiderindustrie. Fotonische chips zijn zeer energie zuinig en zullen substantieel bijdragen aan het verkleinen van de forse CO2 footprint van de huidige “data industrie”.

Status

Photon Delta is gestart als projectorganisatie en er is inmiddels hard gewerkt aan vier ecosysteem gerichte actviteiten, te weten: verbinden, versnellen, verdiepen en versterken. De waardeketen is in kaart gebracht het netwerk is bovenregionaal uitgebreid en er zijn twee OP-Zuid projecten gestart die zijn gecofinancierd door Europa en de Provincie Noord-Brabant. De versterking van het geïntegreerde fotonica ecosysteem maakt tevens onderdeel uit van het Innovatieprogramma High Tech Systemen en Materialen 2017-2020 van de Provincie Noord-Brabant (actielijn smart solutions).

Nu Photon Delta een positie heeft ingenomen in de wereldwijde geïntegreerde fotonica markt is het tijd om de volgende stap te zetten van projectorganisatie naar structurele organisatie, met een vast team om Photon Delta naar het volgende niveau te tillen en voor structurele inkomsten te zorgen.

Eén van de belangrijkste inhoudelijke opgaven is het optimaliseren van de waardeketen om de kostprijs van een fotonische chip concurrerend te maken aan elektronische chips. Het verpakken en testen van fotonische chips is op dit moment nog erg kostbaar. Photon Delta heeft een projectplan geschreven waarbij zij in samenwerking met een groot aantal marktpartijen toe gaan werken naar een nieuwe standaard voor het verpakken en testen van fotonische chips. Photon Delta wordt hierbij financieel ondersteund door de Provincie Noord Brabant d.m.v. een lening. Dit project maakt tevens onderdeel uit van het provinciale Innovatieprogramma HTSM.

Bijdrage van de BOM

De BOM is partner van Photon Delta en is actief betrokken bij twee ecosysteem activiteiten, te weten: versterken en versnellen. Deze activiteiten zijn erop gericht om de bekendheid en de mogelijkheden van geïntegreerde fotonica te vergroten, het consortium te verbreden en de toepassing te versnellen,

o.a. door bedrijven te mobiliseren. De BOM is (mede) initiatiefnemer van het projectplan verpakken en testen. Naast de lopende activiteiten gaat de BOM in 2017 Photon Delta helpen bij de transitie van een projectorganisatie naar een structurele organisatie.

Smart Industry & Services

Dit ontwikkelthema kent twee uitwerkingslijnen:

  • Fabriek van de Toekomst op de Brainport Industries Campus (gekoppeld aan het provinciale Innovatieprogramma HTSM 2017-2020)

  • SMART Maintenance & Services (gekoppeld aan het provinciale Innovatieprogramma Maintenance & Services 2017-2020 i.o.)

Ad 1. Fabriek van de Toekomst op de Brainport Industries Campus

Kans voor Brabant

De high-tech systemen en materialen (HTSM) industrie is een pijler van de Brabantse economie. Brabant kent bijna 14.000 bedrijven en 112.000 werknemers die direct werkzaam zijn in de HTSM industrie. 0Er is een hoge R&D intensiteit en een uitstekende organisatiegraad, o.a. via Brainport Industries. Brabant is hiermee met recht ‘Europe’s heart of smart solutions’. De ambitie is deze positie te behouden en te versterken, zodat de Brabantse maakindustrie in 2020 wereldwijd een van de meest competitieve industrieën is, door het toepassen en verkopen van innovaties en van nieuwe technologie in het productieproces en in de geproduceerde producten.

Van kans naar actie

De concurrentiekracht van de HTSM industrie in Brabant staat of valt met kosteneffectieve productie. Vandaag de dag is productietechnologie daarbij steeds meer de onderscheidende factor, en dat is nu juist een kracht van Brabant. Er ontstaat een nieuwe, slimme maakindustrie met een sterke basis in Brabant die gebruikt maakt van bijvoorbeeld robotica, ICT, 3D printen, mechatronica en virtual reality om het productieproces zo efficiënt mogelijk te maken: goedkoper en een betere kwaliteit producten. Bovendien vraagt de markt meer en meer om maatwerk, korte levertijden en een hoge kwaliteit. Dit vereist productieprocessen die flexibel zijn, snel in te richten en die 24/7 kunnen produceren. De koppeling van R&D met productie en de organisatie van de waardeketen wordt hiermee steeds belangrijker. Een sterke keten met goede samenwerking tussen leveranciers en afnemers is cruciaal voor de concurrentiepositie van bedrijven.

Een belangrijk ecosysteem dat wordt opgezet om deze ontwikkelingen aan te jagen en te versnellen is de Brainport Industries Campus (BIC). Dit wordt een nieuwe locatie en een regio-brede smart industry innovatieagenda, waarin slimme maakbedrijven op nieuwe manieren nauw samenwerken en faciliteiten delen. Het hart van BIC wordt gevormd door het Atrium, een volledig publiek toegankelijke faciliteit met horeca en paviljoens voor onderwijs en projecten waar iedereen alles gewoon kan zien: de productie, de clean rooms, de logistiek. Een unieke faciliteit op BIC wordt de Fabriek van de Toekomst: een faciliteit met diverse gedeelde productiefaciliteiten voor R&D-gebruik waar gezamenlijke ontwikkeling en kennisdeling kan plaatsvinden tussen bedrijven en tussen bedrijven en kennisinstellingen. De BIC/smart industry innovatieagenda is inmiddels ontwikkeld.

Circa 70 bedrijven en kennisinstellingen waaronder de TU/e, TNO, Fontys, Avans en Summa College/Teclab starten in het eerste kwartaal van 2017 met zeven strategische innovatieclusters op het gebied van Smart Industry. Deze "fieldlabs" zijn tevens verbonden met de nationale "Smart Industry" agenda. Drie aansprekende programma's zijn Flexible Manufacturing (inzet van robotica en slimme productie automatisering), Multi materiaal & metaal additive manufacturing (industrieel 3D printen) en Virtual prototyping. Door concentratie van alle activiteiten op de Brainport Industries Campus (Atrium) wordt een unieke totaal faciliteit gecreëerd voor opleiden, trainen, onderzoek, experimenteren, demonstreren, ontwikkelen, testen en proefproductie.

Economisch/maatschappelijk belang

De bedoeling is dat BIC werkgelegenheid gaat bieden aan 3000-5000 mensen. De ambitie is om deze werkgelegenheid te creëren door de vestiging van bedrijven uit de Brainport regio (1/3), door bedrijven uit andere Nederlandse regio’s activiteiten in Eindhoven te laten uitvoeren (1/3) en door internationale bedrijven te laten kiezen voor Nederland als vestigingslocatie (ook 1/3). Daarbovenop zullen door de greenfield ontwikkeling van BIC nieuwe banen worden geschapen. Dit is door Ecorys becijferd op 260-650 extra directe banen en 90-215 extra indirecte banen. Daarnaast zal de arbeidsproductiviteit stijgen met € 10-35 miljoen.

Status

Het plan voor de Fabriek van de Toekomst is opgesteld in een samenwerking tussen de gemeente Eindhoven, Brainport Industries, de Provincie Noord-Brabant, de BOM en SDK Vastgoed. De BOM heeft impulsgelden van de provincie gekregen om in 2016 en 2017 de BIC Innovatieagenda op te stellen en in uitvoering te brengen. Het initiatief is onderdeel van het Innovatieprogramma High Tech Systemen en Materialen 2017-2020 van de Provincie Noord-Brabant (actielijn smart industry).

Het thema bevindt zich in de uitvoeringsfase. In 2016 is de BIC Innovatieagenda uitgewerkt. In 2017 wordt de eerste fase van de agenda uitgerold; in 2018 vestigen de eerste bedrijven op BIC.

De innovatieagenda is opgedeeld in vier blokken;

  1. een samenhangende set van projecten (o.a. fiieldlabs en een “Brainport Industries College”) onder de lijnen Technologie, Mens, Samenwerking en Markt & Internationalisering,

  2. een entiteit waarin gedeelde faciliteiten voor onderzoek en ontwikkeling en open innovatie equipment worden ondergebracht,

  3. een publiek-private organisatie die de dagelijkse aansturing uitvoert,

  4. de vastgoed/campus ontwikkeling zelf, d.w.z. het gebouw, het gebied en de gebruikers en alle activiteiten die hiermee samenhangen.

Rol van de BOM

De BOM was penvoerder in de fase waarin het Innovatieprogramma werd uitgeschreven en is coördinator van de implementatie van de innovatieagenda. Tevens zal de BOM in de toekomst buitenlandse bedrijven naar BIC trekken en MKB bedrijven op BIC begeleiden naar financiering.

De belangrijkste acties in 2017 zijn:

  • Start van de fysieke bouw van BIC, inclusief het Atrium

  • het borgen van de governance van het BIC Innovatieprogramma in een in 2017 op te richten Innovatie BV

  • het op de rails krijgen van alle deelprojecten van het BIC Innovatieprogramma (zie hierboven).

Ad 2. SMART Maintenance & Services

Kans voor Brabant

Het provinciale Innovatieprogramma Maintenance & Services, dat in ontwikkeling is, onderkent twee innovatie domeinen: Maintenance, Repair & Overhaul (MRO), met een focus op Aerospace MRO, en het SMART domein: de verbinding met technologische (high-tech) ontwikkelingen. Zie het betreffende ontwikkelthema voor de Aerospace MRO lijn.

In het SMART domein gaat het er om innovaties en technologische ontwikkelingen op het gebied van smart tooling, IT, services, kennismanagement, nieuwe materialen en engineering toe te passen. Dit is de basis voor het optimaliseren van de volledige levenscyclus van (kapitaal)goederen, ongeachte de sector.

Deze koppeling tussen MRO en Smart industry wordt verder uitgewerkt in het Innovatieprogramma Maintenance & Services dat gereed zal zijn in de eerste helft van 2017. Hieraan wordt een concrete roadmap verbonden met KPI’s en activiteiten. Ook de samenwerking tussen de verschillende (uitvoerings)partners, waaronder de BOM, wordt daarin meegenomen.

Een concreet voornemen voor 2017 is het fieldlab Capella: in het eerste kwartaal van 2017 wordt hier een start mee gemaakt, i.s.m. WCM, Brainport en andere ROM's. Het doel is een generieke aanpak te ontwikkelen voor prestatieovereenkomsten voor onderhoud binnen de maakindustrie.

Verwaarding van groene grondstoffen (Biobased Economy)

Kans voor Brabant

20% van de fossiele energiedragers in Nederland wordt toegepast als grondstof in chemicaliën en kunststoffen. De (petro-)chemische industrie levert daarmee een aanzienlijke bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Biobased productie – waarbij biobased i.p.v. fossiele grondstoffen worden gebruikt

– is een grote kans voor vergroening en vernieuwing van een Nederlandse chemische industrie die zich in zwaar weer bevindt door de veroudering van het industrieel complex en goedkopere energie in het buitenland.

Van kans naar actie

Het doel van dit ontwikkelthema is het ontwerpen, ontwikkelen en realiseren van de eerste geïntegreerde bioraffinagelijn voor suikerverwaarding ter wereld in de Biobased Delta (Zuidwest- Nederland) in de periode 2016-2023. Daarnaast zal worden gewerkt aan het versterken van het ecosysteem rond andere groene grondstoffen, te weten bio-aromaten, houtraffinage en pyrolyse. Dit zal nog nader worden uitgewerkt.

De bioraffinagelijn zet suikerbieten om in suikers als basis voor verdere verwerking. Deze worden in de waardeketen geleverd aan afnemers die er tal van chemicaliën en brandstoffen van kunnen maken – denk aan (poly)etheen, polymelkzuur, butaandiol en acrylzuur. Door de grondstofpositie (constante suikerbietproductie tegen concurrerende prijzen), strategische ligging (in relatie tot afzetmarkt en agrofood- en chemische bedrijven), clustering van het productieproces (afval, rest- en zijstromen zijn elders in te zetten) en de triple-helix-structuur is Zuidwest-Nederland hiervoor uitstekend gepositioneerd.

Biobased productie is geen gemakkelijke opgave. Het moet op kostprijs kunnen concurreren met fossiele grondstoffen, die op dit moment erg goedkoop zijn. Een sluitende business case is daarmee een uitdaging en vraagt om de productie van hoogwaardige chemicaliën en het vinden van marktsegmenten waar de duurzaamheid van een product een toegevoegde waarde is. Partijen uit verschillende sectoren moeten worden verbonden om nieuwe waardeketens op te tuigen. En er zijn er nog veel technologische uitdagingen, zoals in de procestechnologie en de opschaling.

De bioraffinagelijn is een goed voorbeeld van samenwerking op een bovenregionaal schaalniveau tussen Brabant, Zuid-Holland en Zeeland. Biobased Delta en de ROM’s in Zuidwest Nederland (BOM, REWIN, Impuls Zeeland en Innovation Quarter) ontwikkelen de bioraffinagelijn samen met bedrijven en kennisinstellingen (Be-Basic, Vito, TNO). De ROM’s pakken een mobiliserende en organiserende rol. Zij sturen samen met Biobased Delta de projectmanager aan die commitment ophaalt en haalbaarheidsstudies laat uitvoeren voor de bioraffinagelijn. De ROM’s brengen bedrijven uit agro, chemie en techniek bij elkaar en ondersteunen de ontwikkeling van de waardepropositie. De bedrijven zijn vervolgens verantwoordelijk voor de bouw, de operatie en het beheer van de bioraffinagelijn.

Economisch/maatschappelijk belang

De totale directe werkgelegenheid gekoppeld aan de bioraffinagelijn wordt geschat op circa 650 fte per jaar (na realisatie) en minstens evenveel indirecte werkgelegenheid. Aan de bioraffinagelijn wordt een regionaal MKB-valorisatieprogramma gekoppeld dat MKB-clusters helpt ontwikkelen op de cross-overs tussen agro, chemie, energie en logistiek, en individuele bedrijfsgroei ondersteunt. Het bredere Uitvoeringsprogramma Biobased Delta (inclusief de thema’s bio-aromaten, houtraffinage en pyrolyse) is gericht om het scheppen van 3000 banen in Brabant, Zeeland en Zuid-Holland.

Status

Het thema bevindt zich in de uitvoeringsfase. Voor de opstart van de bioraffinagelijn voor suikerverwaarding heeft de provincie voor 2016 en 2017 impulsgelden aan de BOM beschikbaar gesteld. Inmiddels is een projectmanager aangesteld die is ondergebracht bij Biobased Delta. Op dit moment wordt gewerkt aan de identificering van de waardeketen en de business case. Het thema is verankerd in het werkprogramma van Biobased Delta.

Rol van de BOM

Zie ook de paragraaf “van ambitie naar actie”. Op dit moment is onze rol adviserend in het begeleiden van de lopende feasibility studie en verbindend in het mobiliseren van partners om bij dit onderzoek te betrekken. De feasibility studie wordt in de loop van 2017 afrond. Afhankelijk van de go/no go beslissing wordt daarna overgegaan naar de engineeringsfase en wordt de vervolgrol van de BOM en de andere ROM’s in deze fase bepaald. Ook zal in 2017 de rol van de BOM in de actielijnen bio-aromaten, houtraffinage en pyrolyse nader worden bepaald.

Smart health

Kans voor Brabant

Eén van de grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd is het gezond houden van een ouder wordende bevolking. Door veroudering en een veranderende levensstijl groeit het aantal chronisch zieken sterk en stijgen de kosten van de gezondheidszorg. Dit leidt op termijn tot een onhoudbare situatie. Daarbij heeft de huidige zorg een "one size fits all" benadering: mensen met dezelfde ziekte krijgen veelal dezelfde behandeling. Echter, wat werkt voor de ene patiënt, werkt niet altijd voor de andere. 30-40% van de patiënten gebruikt medicatie waarvan de schadelijke effecten groter zijn dan de voordelen.[10]

Nieuwe technologieën openen de weg naar een slimmere aanpak van ziekten waarbij aan iedere patiënt de beste therapie voor dat individu wordt gegeven: therapie en medicijnen op maat, ook wel precision medicine genoemd. Dit zijn behandelingen en medicijnen die worden aangepast aan het persoonlijke profiel van een patiënt, op basis van verschillende gegevensbronnen zoals DNA analyse, MRI scans en andere (big) data.

Van kans naar actie

Vergroten van de kennis en toepassingsmogelijkheden op het gebied van precision medicine is nog een haast onontgonnen terrein, met ontwikkelkansen voor een breed scala van bedrijven in Brabant: Big data, farma én techniek komen samen. Dergelijke innovaties in de biotech ontstaan veelal bij het MKB en worden vermarkt met en door grotere bedrijven. De uitdagingen zijn groot, zowel medisch als technisch, en ontwikkeltrajecten duren lang, maar bij succes is de impact navenant. Er is binnen de BOM een activiteitenprogramma Smart Health ontwikkeld om in de komende meerjarenperiode een bijdrage aan de verwezenlijking van deze uitdagingen te kunnen leveren. Dit programma haakt aan bij verschillende bestaande en nieuwe initiatieven:

  • De TU Eindhoven is een sterke kennispartner in smart health, die in de "strategic area health" technologie en toepassingen ontwikkelt in biomoleculaire diagnostica, regeneratieve geneeskunde en

  • 10 Deloitte 2016 Global health care outlook, Battling costs while improving care.

image-guided health. Met het datascience-instituut Jheronimus Academy of Data Science (JADS) heeft Brabant een sterke kennisbasis om de benodigde big-data-analyses voor precision medicine te ondersteunen.

  • Een consortium met onder ander Philips, de Universiteit van Tilburg, CZ, Avans en TU/e is bezig met de opzet van het TOMi initiatief (Therapie Op Maat Instituut), dat onder andere intensief zal samenwerken met JADS. TOMi heeft tot doel om een Europees kennis- en datacentrum te worden voor datavergaring, data-analyse en de ontwikkeling van mens-specifieke behandelingen.

  • In Breda wordt toegewerkt naar de BRON oncologiecampus, waabij Instituut Verbeeten en het Amphia Ziekenhuis samenwerken in een aantal projecten rondom precision medicine in oncologie.

  • RegMed XB is een initiatief in ontwikkeling van leidende organisaties in Brabant, Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland om een topinstituut te realiseren op het gebied van regeneratieve medicijnen (medicijnen en behandelingen die gebruik maken van lichaamseigen cellen). Aan dit initiatief nemen de TU/e en enkele Brabantse med tech bedrijven zoals Xeltis deel. Het doel van dit initiatief is om Nederland (w.o. Brabant) een positie te geven in deze opkomende bedrijfstak. De inzet is het versneld beschikbaar komen van nieuwe behandelmethoden en oplossingen voor de patiënt.

  • Last but not least: met het Pivot Park heeft Brabant een uitstekende broedplaats voor MKB-bedrijven in smart health, dat met Acerta Pharma (nu onderdeel van AstraZeneca) en Bionovion (nu onderdeel van Aduro) al grote successen heeft voortgebracht in precision medicine, met name op het gebied van oncologie. Met de (ultra)high-throughput screeningfaciliteit heeft het Pivot Park een unieke infrastructuur.

Economisch/maatschappelijk belang

De impact op de Brabantse economie kan groot zijn. Hoewel de life sciences sector en het precision medicine ecosysteem qua kwantiteit bescheiden zijn en blijven, is door de aard van de sector grote impact mogelijk: denk aan Acerta Pharma. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een boost aan omzet en werkgelegenheid op Pivot Park en in Brabant. De life sciences sector draagt niet alleen bij aan omzet en werkgelegenheid maar ook aan patentgroei. Daarnaast heeft de sector een grote maatschappelijke relevantie: er wordt direct gewerkt aan verbeterende producten voor de patiënt.

Status

Het Smart Health programma is in opbouw en een aantal projecten is al in uitvoering. De belangrijkste stakeholders in dit ontwikkelthema zijn op dit moment LifeTecZone (MKB-netwerk), de TU/e, Pivot Park en het Amphia Ziekenhuis in Breda. Er wordt tevens afgestemd met Health Valley in Oost-Nederland.

Belangrijke resultaten in 2017 zijn:

  • Voor het TOMi instituut: oplevering in september van het businessplan en het oprichtingsdocument.

  • Voor BRON: in 2017 worden de eerste grotere projecten rondom Amphia gerealiseerd, o.a. op het gebied van de toepassing van Virtual Reality.

  • Implementatie van het RegMed XB initiatief.

  • Een gezamenlijk doel van de business development stakeholders van Pivot Park is het realiseren van 20 businesscases in 2017. Dit kunnen acquisities zijn, samenwerkingsprojecten of nieuwe product- markt-combinaties

In het internationale project Boost4Health, dat door de BOM wordt gecoördineerd worden in 2017 bovendien 12 Brabantse MKB bedrijven in de life sciences concreet geholpen met de uitrol van een internationale groeistrategie, met een speciale focus op de samenwerking met Baden-Württemberg.

Rollen van de BOM

De BOM ondersteunt bedrijven, coördineert enkele Europese projecten en heeft een pioniersrol voor het aanjagen van de ontwikkeling van de TOMI en BRON projecten.

2. Programmeringsfase

Aerospace MRO

Dit ontwikkelthema is gekoppeld aan het (bredere) MRO (Maintenance, Repair & Overhaul) domein

van het provinciale Innovatieprogramma Maintenance & Services 2017-2020, dat in ontwikkeling is. Het M&S Programma onderkent twee innovatie domeinen: het MRO domein en het SMART domein dat betrekking heeft op de toepassing van technologische (high-tech) ontwikkelingen. Zie het ontwikkelthema Smart Industry & Services voor de beschrijving van het SMART domein.

De MRO-lijn heeft (zoals hier beschreven) in eerste instantie een focus op Aerospace MRO. Vandaaruit worden cross-sectorale verbindingen gelegd met andere sectoren, zoals HTSM, Automotive en Maritiem.

Kans voor Brabant

Brabant heeft veel activiteiten, organisaties en infrastructuur die zich bezighouden met productie en met name onderhoud voor de (militaire) luchtvaart. De luchtmachtstaf in Breda, de onderhoudsbasis Woensdrecht, de helikopterbasis Gilze-Rijen, militair vliegveld Volkel en vliegbasis Eindhoven voor transportvliegtuigen zijn belangrijke aanjagers voor luchtvaart-gerelateerde MRO (maintenance, repair & overhaul). De Brabantse vestigingen van vele internationaal gerenommeerde luchtvaartbedrijven, waaronder Fokker Landing, Gear, Fokker Elmo, Fokker Services, KMWE, TIAT, Dutch Aero, Standard Aero, Dutch Aero Services, Chromalloy, etc. bieden veel werkgelegenheid voor de regio. De onderwijsinstellingen AM-TS, RWTC, ROCs Tilburg en West-Brabant en Avans Hogeschool hebben een luchtvaart-gerelateerd curriculum. De luchtvaart-MRO in Brabant krijgt een sterke impuls omdat het motorenonderhoud van de F-35 op Europees niveau gaat plaatsvinden in Woensdrecht. Dit biedt nieuwe kansen voor de sector.

Van kans naar actie

Met de komst van het F-35 onderhoud heeft Brabant de kans om zich internationaal te ontwikkelen en te profileren als dé luchtvaart-MRO-regio van Europa. Tegelijkertijd groeit de sector internationaal, maar neemt ook de internationale concurrentie toe. Nieuwe technologie speelt een steeds belangrijker rol. Nieuwe materialen, sensortechnologie, robotica en 3D-printen bepalen steeds meer de concurrentiepositie van de sector. Naast technologische innovaties wordt gevraagd om innovaties van het businessmodel. De behoefte aan prestatiecontracten bij grote investeringen (zoals van overheid en defensie) neemt toe – dat betekent dat MRO-processen steeds beter moeten worden ingericht en dat nieuwe businessmodellen en samenwerkingen ontstaan. De sector is veelbelovend in Brabant, maar van een ecosysteemontwikkeling is nog slechts in beperkte mate sprake. Zo is er behoefte aan fieldlabs (waarin bedrijven en kennisinstellingen samen innoveren), afstemming van onderwijs en onderzoek op de marktbehoefte, de vorming van een sterk netwerk (waarin grote bedrijven en MKB elkaar vinden om gezamenlijke proposities te ontwikkelen) en een regio-brede internationale acquisitiestrategie. Om in deze behoeften te voorzien wordt momenteel voor dit ontwikkelthema een plan van aanpak t/m 2018 ontwikkeld en een roadmap voor de langere termijn.

Economisch/maatschappelijk belang

Het F-35 programma zorgt volgens PWC[11] voor een groei bij toeleverende bedrijven van € 13,6 miljard directe instandhoudingsomzet F-35 tot 2065 en een werkgelegenheidsgroei tot 2000 FTE. Dit is nog exclusief de kansen op het gebied van de uitfasering van de F-16 en extra activiteiten voor rotary wing toestellen (Chinook, NH90, Cougar en Apache). Bijkomende spin-off kansen en spil-over effecten vanuit de F-35 binnen andere sectoren wordt door PWC ingeschat op € 6 miljard en 1.150 VTE. Door een excellent ecosysteem te ontwikkelen kan Brabant zich een flink deel van deze koek toe-eigenen.

Status

De Provincie Noord-Brabant heeft zich met partners (o.a. de BOM) sterk gemaakt voor de komst van het F-35 motoronderhoud. De benutting ervan als katalysator is één van de prioriteiten van het huidige Bestuursakkoord. Om de ecosysteemontwikkeling te versnellen heeft de Provincie voor 2016 en 2017 impulsmiddelen aan de BOM beschikbaar gesteld. Daarmee werd het mogelijk een meerjarenprogramma te ontwikkelen.

Het thema bevindt zich in de programmeringsfase. De uitvoering van het plan van aanpak start begin 2017. Mogelijke projecten in het programma zijn o.a. de ontwikkeling een logistieke propositie voor het F-35 motoronderhoud (OneLogistics); de ontwikkeling van een Internationale Aerospace MRO Campus, een Europees Simulation Centre of Expertise, een Shared Facility Center for Aerospace MRO, geïnstitutionaliseerde Triple-Helix-samenwerkingsvormen (zoals DCMC en Campione) en incubatorfaciliteiten voor start-ups die actief zijn in het domein van luchtvaart-MRO. Ook de ontwikkeling van een internationale acquisitiestrategie maakt deel uit van het programma.

Rollen van de BOM

De BOM is, samen met de provincie, pionier en mobilisator in deze ecosysteemontwikkeling en wil daarmee een duurzame basis leggen voor versnelde groei van de luchtvaart-MRO in Noord-Brabant. Tevens wil de BOM in de rol als coördinator in 2017 starten met enkele breed gedragen innovatieprojecten en met de uitwerking en oplevering van de internationale acquisitiestrategie.

Nu reeds bekende concrete projectdoelen voor 2017 zijn:

- Onelogistics: In het eerste kwartaal is de indiening voorzien van de Nederlandse propositie in het F- 35 programma voor een Logistics Control Tower. Onelogistics is een "platform" waarin bedrijven vanuit diverse sectoren onderdeel uitmaken van een geïntegreerde supply chain oplossing. De Nederlandse propositie beoogd de logistieke coördinatie te vervullen voor de componenten stromen tijdens het MRO proces voor alle F-35 toestellen in Europa.

- Aviolanda hal: Medio 2017 start de bouw van een hal voor MRO-werk aan helikopters en kleine vliegtuigen op Business Park Aviolanda. De oplevering wordt aan het eind van het eerste kwartaal van 2018 verwacht.

Smart mobility

Dit ontwikkelthema is gerelateerd aan het provinciale programma "Bereikbaarheid Zuid-Nederland" (Smartwayz) en raakt ook aan het cluster HTSM/Automotive/Elektrisch rijden en de ontwikkeling van de Automotive Campus in Helmond in het Economisch Programma Brabant. Het gaat om slimme verbindingen tussen Mobiliteit en Economie.

  • 11 De instandhouding van de F-35, PWC, 2015

Kans voor Brabant

Het wegennetwerk in Brabant slibt dicht. Mobiliteit moet anders en beter worden georganiseerd om congestie op te lossen. Technologische vooruitgang in ICT, data sciences, batterijtechnologie, robotisering en internet of things brengt smart mobility binnen handbereik: een duurzaam, productief en efficiënt verkeersnetwerk. Bijvoorbeeld de slimme organisatie van logistieke vervoersstromen waardoor er geen ‘lege’ vrachtwagens de weg op gaan; modellen die ons inzicht geven in de toekomstige mobiliteitswensen van mensen waar vervolgens op kan worden ingespeeld; en Intelligent Transport Systems, voertuigen die met elkaar, hun bestuurder en de omgeving communiceren en zich zo veilig en zonder oponthoud een weg banen door het verkeer.

Noord-Brabant is goed gepositioneerd om de maatschappelijke en economische vruchten te plukken. Er is reeds een aantal living labs opgezet, waar nieuwe systemen kunnen worden ontwikkeld en getest. Enkele toonaangevende ondernemingen in smart mobility zijn gevestigd in Brabant, zoals NXP en TomTom. Er zijn clusterinitiatieven als Automotive NL en de Automotive Campus. En met de TU Eindhoven heeft Brabant een sterke kennisbasis in smart mobility.

Van kans naar actie

De economische uitdaging voor de komende vier jaar is ervoor te zorgen dat de in de afgelopen jaren ontwikkelde concepten en schaalbare technologieën zich vertalen in bedrijvigheid door de realisatie van een aantal projecten met sluitende business cases voor bedrijven. Dit moet leiden tot meer investeringsbereidheid bij bedrijven en investeerders. Er is meer samenwerking nodig in grote projecten, financiering daarvoor en een coherente innovatieagenda. Met dit ontwikkelthema is de BOM zich aan het beraden welke bijdrage zij in de komende jaren hieraan kan leveren.

Economisch/maatschappelijk belang

Wereldwijd is de economische potentie van mobiliteitsdomeinen is zeer significant: de schatting ligt tussen 42 en 60 mrd € in 2025. De potentiele omzet van Smart Mobility bedrijven (bottom-up ingeschat vanuit de toepassingen) ligt tussen 25 en 30 mrd € in 2025. Specifieke inschatting voor werkgelegeheidgroei in Brabant in smart mobility is lastig te maken. Meerdere experts en bureaus (wo Roland Berger) verwachten een convergentie in de bestaande automotive industrie, dus dan gaat het om een deel van de bestaande werkgelegenheid van de automotive. Maar er komt ook een nieuw domein erbij: data en ict waarvan het onduidelijk wat het effect op de werkgelegenheid is. De geschatte directe werkgelegenheid die voortvloeit uit mogelijke projecten binnen dit thema is 170-200 fte. De maatschappelijke effecten liggen op het terrein van een betere bereikbaarheid en een vermindering van de milieudruk.

Status

Het thema bevindt zich in de programmeringsfase.

Smart mobility is een belangrijke bestuurlijke prioriteit in Brabant. Dit jaar is het mobiliteitsprogramma “Smartwayz“ door GS en PS vastgesteld. De BOM is met de provincie in gesprek over de bijdrage die de BOM daar in de komende jaren aan kan leveren. Er is een economische deelagenda voor Smartwayz in ontwikkeling (die nog moet worden vastgesteld) voor de komende vier jaar die doelstellingen en acties beschrijft rondom vier actielijnen:

  • Ketenregie: het smeden van publiek-private waardeketens rondom nieuwe concepten en verdienmodellen

  • Mobility as a service: het faciliteren van nieuwe mobiliteitsproducten waarbij de consument in plaats van te investeren in transportmiddelen een dienst koopt

  • Automatisering: het ontwikkelen van voertuigen die zowel autonoom kunnen rijden, op afgesloten wegen, als coöperatief, op de openbare weg

  • Intelligente transport systemen: het starten van nieuwe en schaalbare pilotinitiatieven.

Rollen van de BOM

De beoogde rol van de BOM is om de juiste partijen in ketens te verbinden, nieuwe innovatieprojecten gericht op productontwikkeling en de financiering daarvoor te helpen organiseren (als mobilisator) en te co-investeren waar interessante business proposities ontstaan voor individuele bedrijven.

De belangrijkste activiteiten in 2017 zijn (onder voorbehoud van de uiteindelijke programmering)::

  • Deelname aan het kernconsortium van Smartwayz.

  • Opzetten en begeleiden van 2 innovatieprojecten (uitvoering via een projectorganisatie, toewerken naar de ontwikkeling van producten tot en met de demonstratiefase), in ieder geval binnen de actielijn Automatisering.

  • Verbinden van smart mobility met het HTSM/Automotive cluster en de Automotive Campus.

Nieuwe energietechnieken (zie ook paragraaf 7.1)

Kans voor Brabant

Om de mondiale temperatuurstijging ruim onder de 2°C te houden, te streven naar 1,5°C en energiezekerheid te garanderen, moeten we ons energiesysteem ingrijpend en vooral ook snel transformeren naar een duurzamer energiehuishouding. Brabant heeft de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn ECN schat in dat 2020 totaal 14% van ons energiegebruik duurzaam opgewekt wordt mits we alle acties van het Nationaal Energieakkoord uitvoeren. De transitie naar een volledig energieneutrale samenleving vraagt dus om een disruptieve benadering.

Van kans naar actie

Het doel is om, als één van de bijdragen aan het Uitvoeringsprogramma Energie van de provincie, nieuwe energie technieken ontwikkelen en uit te rollen die zorgen dat de “2050 doelstelling” van Brabant dichterbij komt. In de periode 2017-2020 gaan deze energie technieken leiden tot kansrijke produkt- markt combinaties voor een aantal snelle groeiers.

Nieuwe technologieën spelen een sleutelrol in de energietransitie. Binnen dit ontwikkelthema wil de BOM samen met partners inzetten op baanbrekende innovatieve technologische ontwikkelingen die (1) productiviteit en (2) efficiency verbeteren en (3) besparing opleveren in het gebruik van energie. De initiële focus ligt daarbij op het ontwikkelen van de ecosystemen rondom ICT & Energie en Energieopslag.

We beginnen niet bij nul. Met de TU Eindhoven, FOM/Differ, TNO/Holst Center en Soliance heeft Brabant een uitstekende kennisbasis die door (nieuwe) bedrijvigheid kan worden vertaald naar duurzame energieproducten en -diensten – en daar kan de BOM toegevoegde waarde leveren. De BOM heeft al een stevig bedrijvennetwerk met bijvoorbeeld circa 70 bedrijven specifiek voor het thema ICT & Energie. Vaak zal bij de toepassing van deze technologieën medewerking nodig zijn van de overheid, bijv. in de sfeer van regelgeving. Daarnaast kan de BOM als neutrale partner een trekker of aanjager zijn van benodigde publiek-private samenwerking.

De BOM staat aan de start van het uitwerken van dit ontwikkelthema. In het komende jaar wil de BOM daartoe: (1) technologieën en aanbieders verkennen, (2) onderbouwde keuzes maken, (3) ondernemers oplijnen rondom enkele projecten, (4) enkele demonstratieprojecten op gang helpen en (5) verdere opschaling ondersteunen onder andere in living labs. De BOM wil op deze manier een serie

voorbeeldprojecten starten met een kleine schaal maar hoge zichtbaarheid die nieuwe energietechnieken een flinke ondersteuning bieden op weg richting markt. Daarnaast zou het goed zijn om voortdurend nieuwe baanbrekende technologieën te verkennen en te vertalen in scenario’s.

Rollen van de BOM

Pionier waar het gaat om het verkennen van technologieën, vervolgens mobilisator waar het gaat om het oplijnen van ondernemers, vervolgens verbinder waar het gaat om het op gang helpen van projecten.

3. Verkenningsfase

Smart data

Kans voor Brabant

De wereld raakt steeds meer connected. In 2020 zullen zo’n 25 miljard apparaten (draadloos) met elkaar in verbinding staan. De mogelijkheden die deze verbondenheid in combinatie met slimme software biedt zijn eindeloos. Het Internet of Things (IoT), met name gebaseerd op sensortechnologie en uitmondend in mogelijkheden richting big data, is de komende jaren een economische driver met een grote maatschappelijke waarde.

Van kans naar actie

Brabant als ‘Europe’s heart of smart solutions’ is uitstekend gepositioneerd om te profiteren van smart data: door directe toepassing bij het innovatie-intensieve bedrijfsleven om hun producten, diensten en processen te verbeteren, en het ontwikkelen van een toeleverende industrie van data-gedreven diensten aan het bedrijfsleven. De technologie wordt al breed toegepast, in bijvoorbeeld auto’s, machineaansturing, predictive maintenance, mobiele telefoons en medische apparatuur. De komende jaren zal het aantal toepassingen stijgen. Met de Jheronimus Academy for Data Science (JADS) in ‘s Hertogenbosch gaat de eerste masteropleiding binnen dit veld van start. Deze samenwerking tussen de Universiteit Tilburg en TU Eindhoven biedt een stimulans voor verdere kennis- en talentontwikkeling; kennis en talent dat het Brabantse bedrijfsleven moet gaan binnenstromen.

Smart Data is tevens onderdeel van het provinciale Meerjarenprogramma HTSM 2017-2020. Daarin wordt benadrukt dat dit thema moet leiden tot het creëren van meer waarde uit data voor de HTSM- sector over de volle breedte: van componentniveau tot productniveau en overkoepelend niveau (big data), maar ook voor andere toepassingssectoren (denk aan een doorwerking naar de topclusters Agrofood, Life Sciences & Health, Logistieke Supply Chain en Maintenance & Services). Op dit moment wordt in opdracht van de provincie een analyse uitgevoerd naar de meest veelbelovende onderwerpen in data science. In 2017 wordt een concreet programmavoorstel (focus en roadmap) opgeleverd, inclusief een nadere rolbepaling van de BOM en van partners. Er wordt ook gekeken met welke (kennis)partijen buiten Brabant (landelijk en internationaal) moet worden samengewerkt.

In 2017 worden naast de bredere verkenning ook al enkele uitvoeringsprojecten gestart:

  • Het voornemen is om in 2017 een “Actieplan Dataficatie en Agrofood” i.s.m. AgriFood Capital, Grow Campus, JADS, de HAS en de provincie in uitvoering te nemen.

  • En er zal worden gewerkt aan de opzet van 2-3 proeftuinprojecten met logistieke start-ups, gekoppeld aan JADS.

Agrofood verkenningen

De agrofoodsector is van oudsher één van de belangrijkste sectoren van Noord-Brabant. De totale agrofoodsector in Brabant telt ruim 13.000 bedrijven en zorgt voor 100.000 fte aan werkgelegenheid. De provincie Noord-Brabant is de grootste agrofoodproducent van Nederland, goed voor 20,6% van de hele Nederlandse productie.

Vanuit haar makel- en schakelrol in het Innovatieprogramma Agrofood zal de BOM in de komende meerjarenperiode samen met partners werk maken van het beter verbinden van de verschillende (lokale en versnipperde) innovatie ecosystemen en initiatieven in Brabant. Dit is meer een “meta thema” dan een specifiek ontwikkelthema, maar het is belangrijk om voor nieuwe agrofood ontwikkelingen tot voldoende kritische massa te komen en tot verbindingen met andere sectoren. Twee voorbeelden:

  • De BOM, AgriFood Capital en de Grow Campus hebben het voornemen om de vele test faciliteiten en proeftuinen die er op agrofood gebied zijn met elkaar te verbinden.

  • “Source Shakers” is een consortium in wording van meerdere overheden, intermediairs (waaronder de BOM), ondernemers en kennispartijen, die willen bijdragen aan oplossingen voor voedselverspilling en het verwaarden van reststromen.

Om de inhoudelijke focusgebieden van het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 voor de komende jaren te voorzien van een stevige uitvoeringsstructuur, worden door de provincie, samen met partners en het bedrijfsleven, in het eerste kwartaal van 2017 roadmaps ontwikkeld op het gebied van:

  • Smart Food: gericht op de cross-over agrofood en HTSM.

  • Food & Health: gericht op de cross-over voedingsmiddelen(industrie) en gezondheid

  • Circular Food: gericht op het verwaarden van reststromen, met een link met biobased economy

Welk(e) ontwikkelthema(’s) hier uit komt/komen en wat de rol van de BOM kan/moet zijn wordt bepaald zodra de roadmaps opgeleverd zijn. De provincie heeft aangegeven in ieder geval een rol te zien voor de BOM op het snijvlak van agrofood en high tech, onder andere vanuit de koppeling met smart data en smart industry. Het voornemen is om in 2017 een “Actieplan Dataficatie en Agrofood”, i.s.m. AgriFood Capital, Grow Campus, JADS, de HAS en de provincie in uitvoering te nemen.

Naast de verkenningen en de eerder genoemde acties zijn concrete activiteiten in 2017:

  • Oplevering van het businessplan voor de innovatie-hot spot Three-Sixty (met link naar The Source Shakers)

  • Bouwen van een samenwerkingscluster van bedrijven en kennisinstellingen op het gebeid van interactive urban farming

  • Bouwen van een samenwerkingscluster van foodbedrijven op het gebied van suiker- en zoutvermindering.

Circulaire economie

Kans voor Brabant

In de circulaire economie wordt het gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen beperkt, worden grondstoffen maximaal gebruikt en verwaard, en worden reststoffen beschouwd als grondstof. Ketens worden gesloten en nieuwe verdienmodellen ontwikkeld. Het sluiten van kringlopen is noodzakelijk om bedrijven ook in de toekomst van grondstoffen te voorzien, hetgeen nodig is voor een toekomstbestendige sterke economie. Het draagt ook bij aan maatschappelijke ambities op ecologisch en sociaal gebied. Urgentie en kansen komen hier samen.

Brabant heeft een goede positie om aan de circulaire economie te verdienen in sectoren waarin het sterk is, zoals in agrofood en in logistiek, afvalverwerking en HTSM. Kansen voor Brabant liggen bijvoorbeeld op onderwerpen als het verwaarden van huishoudelijk restafval, mestverwaarding, recycling en het hernieuwen en opwaarderen van reststromen uit de industrie (met name HTSM). Daarvoor zijn innovaties nodig.

Van kans naar actie

Dit thema bevindt zich nog in de verkenningsfase. Duidelijk is dat er veel innovatie nodig is op gebieden als analyse- en detectietechnologie (herwinnen en opwaarderen grondstoffen), productie, conversie en scheiding van primaire en secundaire (biologische) grondstoffen, opwerking van reststromen en materiaaltechnologie. Maar er is meer nodig dan technologie. Een brede marktgestuurde omwenteling kan alleen plaatsvinden als consumenten en bedrijven (materieel) worden beloond voor betere afvalscheiding, als bij het ontwerp van producten al rekening wordt gehouden met hergebruik (design to recycle), als ketenpartijen wederkerig voordeel hebben van terugwinning en hergebruik, als er eenduidige kwaliteitsstandaarden komen voor recyclaat en als de aanschaf van (deels)hernieuwde producten breder geaccepteerd wordt (en aantrekkelijk is). Hiervoor is een ecosysteem nodig dat leidt tot een goede en langjarige samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen op verschillende schaalniveaus. In 2015 heeft de Europese Commissie het EU Actieplan Circulaire Economie gepresenteerd, en in 2016 volgde het Rijk met het Brede Rijksprogramma Circulaire Economie. Deze plannen worden op dit moment vertaald naar Brabant.

Economisch/maatschappelijk belang

TNO heeft becijferd dat de circulaire economie voor Nederland jaarlijks een besparing kan opleveren van EUR 7,3 miljard, 54.000 banen kan creëren en tegelijkertijd de milieudruk aanzienlijk kan terugbrengen.

Status

De provincie is bezig met een verkenning naar de Brabantse kansen op het gebied van de circulaire economie, waarbij ook de verbinding wordt gezocht met al bestaande programma’s en roadmaps, zoals het Economisch Programma en de programma’s op het gebied van agrofood, biobased economy, energie, natuur, water en milieu en mobiliteit.

De verkenning geeft aan of de transitie naar een circulaire economie in Brabant, zoals verwoord in het Bestuursakkoord Beweging in Brabant, al dan niet afdoende wordt afgedekt door de bestaande programma’s, en langs welke lijnen deze transitie wenselijk en mogelijk is. De verkenning is de basis voor een provinciale Agenda Circulaire Economie en is in het voorjaar van 2017 gereed.

Op basis van de Verkenning Circulaire Economie worden doelen, rollen en bijdragen van stakeholders geconcretiseerd en worden de ambities voor de komende vier jaar bepaald, mede in relatie tot de reeds gekozen ontwikkelthema’s van de BOM

Rollen van de BOM

De BOM is als adviseur betrokken bij het proces voor het ontwikkelen van de Verkenning. Nadat de Verkenning Circulaire Economie in het voorjaar van 2017 is opgeleverd wordt de provinciale agenda bepaald, inclusief een nadere rolbepaling van de BOM en van partners.